34
Bedieningshandleiding MR6401 CPR-sensor
van de CPR-sensor en vermijd volgens een defi brillatieprotocol alle patiëntcontact tijdens de
defi brillatie of als dat anderszins is vereist.
●
Als er CPR wordt uitgevoerd op een patiënt die op een matras ligt, moet er een achterwand
worden gebruikt om de hoeveelheid samengedrukte diepte die door het matras wordt
geabsorbeerd te beperken. Vanwege de kenmerken van het matras, de achterwand en de
patiënt kan met de compressiediepte niet worden gegarandeerd of de borst van de patiënt
met 50 mm wordt samengedrukt.
●
Het batterijniveau is laag als het indicatorlicht rood oplicht. Laad de batterij op tijd op, zodat
de CPR-sensor klaar is voor gebruik bij een noodbehandeling. Onderbreek de CPR niet als de
batterij-indicator tijdens de noodbehandeling rood brandt.
●
Onderbreek de CPR in geen enkel geval, zoals bij een bijna lege batterij of zelftestfout. Hervat
CPR zonder feedback van de CPR-sensor.
●
De CPR-sensor verdraagt maximaal 80 kg uitgeoefende kracht. De sensor kan beschadigd
raken als de uitgeoefende kracht deze limiet overschrijdt.
●
De CPR-sensor is niet bedoeld voor gebruik in een bewegende omgeving, zoals een
ambulance. Bij gebruik tijdens patiëntenvervoer kan de CPR-sensor onnauwkeurige feedback
geven. Vertrouw niet op de dieptegegevens van de CPR-sensor als CPR wordt toegepast in
een bewegende omgeving.
●
Gebruik de CPR-sensor niet in combinatie met een mechanisch of geautomatiseerd
compressieapparaat.
●
Gebruik de CPR-sensor niet op defi brillatiepads.
●
De CPR-sensorbehuizing moet na elk gebruik worden gereinigd of gedesinfecteerd.
●
U mag de CPR-sensor per direct niet meer gebruiken als er vloeistof in loopt. Neem contact op
met het onderhoudspersoneel.
●
De behuizing van de CPR-sensor mag niet worden geopend. Alle onderhoudswerkzaamheden
en toekomstige upgrades mogen uitsluitend worden uitgevoerd door getraind en bevoegd
personeel.
●
Het is niet toegestaan de batterij van de CPR-sensor te vervangen. De batterij moet door
onderhoudspersoneel worden vervangen.
●
Bij correct uitgevoerde CPR kunnen de ribben van de patiënt breken of kunnen er blauwe
plekken of schaafwonden ontstaan op de uitwendige borstwand.
●
Als er zichtbare beschadigingen zijn op de CPR-sensor of de sensorkabel, mag de CPR-
sensor niet meer worden gebruikt en moet er contact worden opgenomen met het
onderhoudspersoneel.
ATTENTIE
●
Magnetische en elektrische velden kunnen interferentie veroorzaken, waardoor de correcte
werking van de CPR-sensor wordt verstoord. Daarom moet u ervoor zorgen dat alle externe
apparaten die in de buurt van CPR-sensor worden bediend, voldoen aan de desbetreff ende
EMC-eisen. Mobiele telefoons, röntgenapparatuur of MRI-apparatuur vormen een mogelijke
storingsbron omdat ze hogere elektromagnetische stralingsniveaus kunnen uitzenden.
●
De CPR-sensor moet altijd correct worden gedragen, om beschadiging als gevolg van vallen,
stoten, sterke trilling of een andere mechanische kracht te voorkomen.
●
Maak de CPR-sensor onmiddellijk droog in geval van regen of waterspatten.