Apparaat opstellen
200
15 Apparaat opstellen
De locatie waar het apparaat wordt opgesteld moet vorstvrij zijn, zodat de watervoerende systemen niet
bevriezen.
Plaats het apparaat met behulp van een waterpas horizontaal.
Compenseer oneffenheden op de vloer met behulp van de in hoogte verstelbare pootjes.
16 Apparaat aansluiten
Waarschuwing
Het apparaat en de eventuele bijbehorende apparaten moeten door een erkend installateur
volgens de ter plaatse geldende normen en voorschriften worden aangesloten.
16.1 Positie van de aansluitingen op het apparaat
PTD 701
PTD 702, PTD 703, PTD 704
Achteraanzicht
Aanzicht van rechts
EZ
Doorvoer voor netaansluitkabel
DOS Doorvoer voor slangen (reinigings-/naspoelmiddel) en kabels
TWw Watertoevoeraansluiting (G¾", buitendraad)
P
Aansluiting voor het bouwzijdige potentiaalnivelleringssysteem
A
Afvoerwateraansluiting; afvoerpomp ingebouwd
16.2 Toebehoren
1
Flexibele toevoerslang
aansluiten op punt TWw
2
Flexibele afvoerslang
aansluiten op punt A
3
Vuilvanger
monteren tussen watertoevoerkraan en toevoerslang
62
P
TWw
EZ
DOS
A
460
TWw
DOS
EZ
P
A
600
G 3/4"
G 3/4"
G 3/4"
1500 mm
1500 mm
Ø
2
4
Ø
2
8
Ø
4
6
Ø
1
8
,5
Ø
2
2
,2
Ø
3
9
,7
G 3/4"
1
2
3