MAS HA 4, Инструкция по применению, Страница: 14 / 24

14
Gebruiksinstructies
Gebruiksmogelijkheden van de HA 4:
Bouwzijdig aanwezige bevestigingspunten moeten voldoen aan EN 795 of het object
moet een minimumsterkte van 12 kN vertonen.
De HA4 is voor max. 4 personen toegestaan in een systeem van 34 m, waar het niet
relevant is waar de mensen zich in het systeem bevinden. (bijvoorbeeld 1 persoon in
elk veld tot 4 personen in één veld)
Voor de montage dient te worden gecontroleerd of de HA 4 en de overige bestanddelen van
de persoonlijke beschermingsmiddelen tegen vallen in orde zijn en overeenstemmen met de
in deze gebruiksaanwijzing resp. in de controlekaart genoemde richtlijnen. Hierbij dient de in
het touwvak gedeponeerde HA 4 voor het gebruik ten aanzien van eventuele uitwendig
herkenbare beschadigingen en ten aanzien van de volledigheid te worden gecontroleerd.
et touw mag op geen enkele plaats breuken of rafels vertonen, de karabijnhaken moeten
gemakkelijk en veilig sluiten. De functie van het spanelement, met name de klemfunctie,
dient te worden gecontroleerd. Indien daarbij fouten worden geconstateerd, dient de HA 4 ter
reparatie te worden opgestuurd naar de fabrikant.
De bouwzijdig aanwezige bevestigingspunten moeten ontworpen zijn voor de belastbaarheid
die nodig is voor het beoogde gebruik. Bij de keuze van de bevestigingspunten dient er
bovendien op te worden gelet dat bij het vallen van een persoon het bevestigingspunt van
het verbindingsmiddel aan de HA 4 met max. 3,50 m kan verschuiven .
Bij vervormbare bevestigingspunten dient de afbuiging ervan in aanmerking te worden
genomen.

Let op:
Bij een mogelijke belasting van de horizontale beweeglijke geleiding (HA 4) over een rand
waarvan de lengte groter is dan de afstand van de horiz. beweegl. geleiding naar de rand
dient er op het volgende te worden gelet:
Het gedraaide vezeltouw van de beweeglijke geleiding werd ook voor horizontaal gebruik en
een daaruit gesimuleerde val over een rand met succes getest. Hierbij werd een stalen kant
met een radius van r = 0,5 mm zonder braam gebruikt. Op grond van deze controle is deze
uitrusting geschikt om over vergelijkbare randen, zoals ze bijvoorbeeld aan gewalste stalen
profielen, aan houten balken of aan een beklede afgeronde attiek voorkomen, te worden
gebruikt.
Ongeacht deze keuring moet daar, waar een risico voor vallen over een rand heen bestaat,
het volgende in ieder geval in aanmerking worden genomen:
1. Wanneer de voor het begin van de werkzaamheden uitgevoerde beoordeling van de
bestaande gevaren aangeeft dat er bij de valrand sprake is van een bijzonder
“insnijdende” en/of “niet-braamvrije” rand (bijv. niet-beklede attiek, trapeziumplaat-
werk of scherpe betonnen rand), dan
 dienen er voor het begin van het werk dusdanige voorzieningen te worden
getroffen, opdat een val over de rand heen uitgesloten is of
 dient er voor het begin van de werkzaamheden een randbescherming te
worden gemonteerd of

dient er contact op te worden genomen met de fabrikant.
2. Het verbindingsmiddel werd over een rand met een hoek van 90° gecontroleerd. De
gebruiker moet zich bewust zijn van de grotere gevaren die bestaan wanneer het
mogelijk is om te vallen over een rand met een hoek van minder 90° (gemeten tussen
Afbuiging max. 90° hoek
Kleinste veld 2m Grootste veld 10 m
de beide benen van het verbindingsmiddel, bijv. wanneer het bevestigingspunt lager
dan de voeten van de gebruiker is, of bij een schuin naar boven lopend dak) en dat er
extra voorzorgsmaatregelen nodig kunnen zijn.
3. Opmerking: Bij een val over een rand heen bestaan er gevaren voor verwondingen
tijdens het opvangen, doordat de vallende persoon tegen bouwcomponenten resp.
constructiedelen aan valt.
4. Voor het geval dat iemand over de rand heen valt, dienen er bijzondere maatregelen
voor de redding te worden vastgelegd en te worden geoefend.
Toegestaan ook voor horizontale toepassing bij een
kantradius r = 0,5 mm zonder braam, waarbij de hoek van de
kantuitvoering tenminste 90° graden moet bedragen.
(zie ook punt 2)
Hoek: 0,5 mm zonder braam
> = 90°
Voor de montage dienen de karabijnhaken van de HA 4 in de bevestigingsogen van de
afzonderlijke bevestigingspunten te worden opgehangen en de vergrendeling van de
gebruikte karabijnhaak moet dicht zijn. Hierbij dient te worden gecontroleerd dat de
bevestigingspunten niet beschadigd zijn.

Let op:
Onvergrendelde karabijnhaken kunnen onopzettelijk losraken van het bevestigingspunt!
De HA 4 wordt vervolgens met de hand zover aan het spanelement aangetrokken, dat het
touw tussen de bevestigingspunten niet noemenswaardig doorhangt, d.w.z. strak resp. met
de hand aantrekken. Vervolgens kan de karabijnhaak van het verbindingsmiddel of van de
valdemper in het touw worden vastgemaakt. Hierbij dient de kortst mogelijke instelling van
het verbindingsmiddel te worden gekozen, zodat een van meet af aan wordt voorkomen.

Let op:
Bij het gebruik als beveiligingssysteem met een instelbaar veiligheidstouw (bijv. Masi
MA 4) mag het touw slechts zo lang worden ingesteld dat de te beveiligen persoon
zones waar gevaar voor vallen bestaat niet kan bereiken. Hierbij dient de afbuiging
van de beweeglijke geleiding onder belasting door het touw (bijv. wanneer de persoon
ertegenaan leunt), ook in aanmerking te worden genomen. De afbuiging dient voor het
begin van het werk vanaf een veilige positie te worden bepaald.
Hiervoor dient de gemonteerde beweeglijke geleiding van het beveiligingssysteem in
het midden van het veld in de richting van de belasting met ca. 300 N (ca. 30 KG) te
worden belast (bij –2- gebruikers dient de belasting te worden verdubbeld) en de
afbuiging te worden gemeten.
Belangrijk: Met een beweeglijke geleiding mogen niet meer dan -5- bevestigingspunten
worden verbonden. De beweeglijke geleiding mag alleen recht en om een hoek van max 90°
worden verbonden. Er mag niet meer dan het hierboven onder belastbaarheid vermelde
aantal personen met hun persoonlijke beschermingsmiddelen tegen vallen bevestigd
worden.
Na het gebruik dient de horizontale beweeglijke geleiding HA 4 weer te worden verwijderd
en in de hiervoor bestemde bak te worden bewaard.
Het is voor de veiligheid van groot belang dat de geleiding na belasting door een val of bij
vaststelling van schade pas opnieuw mag worden gebruikt nadat een deskundige zijn
toestemming heeft gegeven,.
Reparaties aan de horizontale beweeglijke geleiding HA 4 mogen alleen door de fabrikant
worden uitgevoerd. De HA 4 dient naar behoefte, echter ten minste om de 12 maanden, door
een deskundige te worden onderzocht.

Let op:
Er mogen alleen originele onderdelen worden gebruikt.
MAS22905 GBA MAS HA4 mit MASA 16.indd 14 MAS22905 GBA MAS HA4 mit MASA 16.indd 14 26.02.20 08:17 26.02.20 08:17