20 NEDERLANDS
De omkeerschakelaar bedienen
LET OP:
Controleer altijd de draairichting
alvorens het gereedschap te starten.
LET OP:
Verander de stand van de omkeer-
schakelaar alleen nadat het gereedschap volledig
tot stilstand is gekomen.
Als u de draairichting
verandert terwijl het gereedschap nog draait, kan het
gereedschap beschadigd raken.
►
Fig.3:
1.
Omkeerschakelaar
Dit gereedschap heeft een omkeerschakelaar voor het
veranderen van de draairichting. Druk de omkeerscha-
kelaar naar de stand
(zijde A) voor rechtse draairich
-
ting, of naar stand
(zijde B) voor linkse draairichting.
MONTAGE
LET OP:
Zorg altijd dat het gereedschap is
uitgeschakeld en dat zijn stekker uit het stop
-
contact is verwijderd alvorens enig werk aan het
gereedschap uit te voeren.
Het boorbit aanbrengen of
verwijderen
Voor model DP2010
►
Fig.4:
1.
Boorspankop
2.
Spankopsleutel
Plaats het boorbit zo ver mogelijk in de boorspankop.
Draai de spankop met de hand vast. Plaats de span-
kopsleutel in elk van de drie gaten en draai rechtsom
vast. Zorg ervoor dat alle drie gaten in de spankop
gelijkmatig worden vastgedraaid.
Om het boorbit te verwijderen, draait u de boorspankop
-
sleutel in slechts één enkele gaten linksom en draait u
de spankop vervolgens met de hand los.
Na gebruik van de spankopsleutel, plaatst u deze terug
op zijn oorspronkelijke plaats.
Voor model DP2011
►
Fig.5:
1.
Bus
2.
Ring
Houd de ring vast en draai de bus linksom om de klau
-
wen van de boorspankop te openen. Plaats het boorbit
zo ver mogelijk in de boorspankop. Houd de ring stevig
vast en draai de bus rechtsom om de boorspankop te
sluiten.
Om het boorbit te verwijderen, houdt u de ring vast en
draait u de bus linksom.
Diepteaanslag (optioneel
accessoire)
►
Fig.6:
1.
Diepteaanslag
2.
Ring
3.
Klemschroef
Monteer de diepteaanslag op het gereedschap met
behulp van de klemschroef en ring. Stel de diepteaan
-
slag af op de gewenste diepte en draai de klemschroef
vast.
BEDIENING
Het gereedschap vasthouden
►
Fig.7
Houd het gereedschap altijd alleen aan de handgreep
vast wanneer u het gebruikt. Raak het metalen deel
niet aan.
Gebruik als boormachine
Boren in hout
Bij het boren in hout verkrijgt u de beste resultaten met
houtboortjes voorzien van een geleideschroefpunt.
Deze geleideschroefpunt vergemakkelijkt het boren,
door het boorbit het werkstuk in te trekken.
Boren in metaal
Om te voorkomen dat het boorbit bij het begin van het
boren zijdelings wegglijdt, maakt u met een hamer en
een centerpons een putje precies op de plaats waar
u wilt boren. Plaats dan de punt van het boorbit in het
putje en begin met boren.
Gebruik bij het boren in metaal een smeermiddel.
Uitzonderingen hierbij zijn ijzer en koper, die droog
geboord moeten worden.
LET OP:
Het boren zal niet sneller verlopen
als u hard op het gereedschap drukt.
In feite
zal dergelijk hard drukken alleen maar leiden tot
beschadiging van het boorbit, lagere prestaties van
het gereedschap en een kortere levensduur van het
gereedschap.
LET OP:
Houd het gereedschap stevig vast en
let vooral goed op wanneer het boorbit door het
werkstuk heen breekt.
Op het moment dat het boor
-
gat doorbreekt wordt een enorme wringende kracht
uitgeoefend op het gereedschap/boorbit.
LET OP:
Een vastgelopen boorbit kan een-
voudig verwijderd worden door de draairichting te
veranderen met de omkeerschakelaar, om zo het
boorbit eruit te draaien. Houd het gereedschap
daarbij wel stevig vast, want er is kans op een
plotselinge terugslag.
LET OP:
Zet het werkstuk altijd vast in een
bankschroef of soortgelijke klemvoorziening.
LET OP:
Boor niet in materialen waarvan u
vermoedt dat er verborgen spijkers of andere
voorwerpen in zitten die ertoe kunnen leiden dat
het boorbit vastloopt of breekt.