30
De accu aanbrengen en verwijderen (zie
afb. 1)
• Schakel het gereedschap altijd uit voordat u de accu
aanbrengt of verwijdert.
• Om de accu te verwijderen verschuift u de knop aan de
voorkant van de accu en schuift u tegelijkertijd de accu
van het gereedschap af.
• Om de accu aan te brengen lijnt u de lip op de accu uit
met de groef in de behuizing en duwt u de accu op zijn
plaats. Steek de accu zo ver mogelijk in het
gereedschap tot u een klikgeluid hoort. Als u het rode
deel aan de bovenkant van de knop kunt zien, is de
accuadapter niet goed aangebracht. Breng de
accuadapter zo ver mogelijk aan tot het rode deel niet
meer zichtbaar is. Als u dit niet doet, kan de accu per
ongeluk uit het gereedschap vallen en u of anderen in
uw omgeving verwonden.
• Oefen geen grote kracht uit bij het aanbrengen van de
accu. Als de accu niet gemakkelijk erin kan worden
geschoven, wordt deze niet goed aangebracht.
Accubeveiligingssysteem (lithiumionaccu
met een ster-merkteken) (zie afb. 2)
Lithiumionaccu’s met een ster-merkteken zijn uitgerust
met een beveiligingssysteem. Dit systeem schakelt
automatisch de voeding naar het gereedschap uit om de
levensduur van de accu te verlengen.
Het gereedschap zal tijdens gebruik automatisch stoppen
wanneer het gereedschap en/of de accu zich in een van
de volgende omstandigheden bevinden:
• Overbelasting:
Het gereedschap wordt gebruikt op een manier die
ertoe leidt dat een abnormaal hoge stroomsterkte uit
de accu wordt getrokken.
Laat in die situatie de aan/uit-schakelaar van het
gereedschap los en stop het gebruik dat ertoe leidde
dat het gereedschap overbelast werd. Knijp daarna
opnieuw de aan/uit-schakelaar in om het
gereedschap weer in te schakelen.
Als het gereedschap niet wordt ingeschakeld, is de
accu oververhit. In die situatie laat u de accu eerst
afkoelen voordat u opnieuw de aan/uit-schakelaar
inknijpt.
• Lage accuspanning:
De resterende acculading is te laag en het
gereedschap wordt niet ingeschakeld. Verwijder in
die situatie de accu en laad hem op.
Aanduiding van de resterende acculading
Alleen voor accu’s met indicatorlampjes (zie afb. 3)
Druk op de testknop op de accu om de resterende
acculading te zien. De indicatorlampjes branden
gedurende enkele seconden.
OPMERKING:
• Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden en de
omgevingstemperatuur, is het mogelijk dat de
aangegeven acculading verschilt van de werkelijke
acculading.
Instelling voor gewenste schroeflengte
(zie afb. 4)
Er zijn 7 klikstop-instellingen voor de gewenste
schroeflengte Om de gewenste instelling te kiezen, houdt
u de hendel ingedrukt en trekt u aanslagvoet uit tot de
gewenste waarde voor de schroeflengte (aangegeven op
het etiket op de toevoerkoop) zichtbaar is in het venster in
de aanslagvoet. Raadpleeg onderstaande tabel voor de
relatie tussen de aangegeven waarde op het etiket op de
toevoerkop en de bijbehorende schroeflengte.
Voor de modellen DFR540 en DFR550
008238
Voor model DFR750
008241
Indicatorlampjes
Resterende
acculading
Brandt
Uit
Knippert
75% tot 100%
50% tot 75%
25% tot 50%
0% tot 25%
Laad de accu op.
Er kan een storing
in de accu zijn
opgetreden.
Waarde aangegeven op het etiket
Schroeflengte
25
25 mm
30
30 mm
35
35 mm
40
40 mm
45
45 mm
50
50 mm
55
55 mm
Waarde aangegeven op het etiket
Schroeflengte
45
45 mm
50
50 mm
55
55 mm
60
60 mm
65
65 mm
70
70 mm
75
75 mm