16 NEDERLANDS
Opladen
Deze lader kan twee accu’s tegelijkertijd opladen.
1.
Sluit de acculader aan op een wisselstroomvoeding met de juiste spanning. De oplaadlampjes knipperen her-
haaldelijk groen.
2.
Steek de accu langs de geleiderand in de acculader tot hij stopt.
De afdekking van de aansluitpunten op de lader kan worden geopend door het erin steken van de accu, en kan
worden gesloten door het eruit treken van de accu.
3.
Nadat de accu in de acculader is gestoken, verandert de kleur van het oplaadlampje van groen naar rood en
begint het opladen. Het oplaadlampje blijft tijdens het opladen continu branden. Eén rood oplaadlampje geeft
aan dat de acculading tussen 0 en 80% ligt en een rood plus groen oplaadlampje betekent tussen 80 en 100%.
De hierboven genoemde waarde van 80% is slechts een benadering. Deze waarde kan verschillen met de
accutemperatuur en de toestand van de accu.
4.
Nadat het opladen klaar is, veranderen de oplaadlampjes van rood plus groen naar groen.
5.
De oplaadtijd varieert met de temperatuur (10 °C tot 40 °C) waarbij de accu wordt geladen en met de toestand
van de accu, bijvoorbeeld een accu die nieuw is of lange tijd niet is gebruikt.
6.
Nadat het opladen klaar is, verwijdert u de accu uit de acculader en trekt u de stekker van de lader uit het
stopcontact.
Spanning
14,4 V
18 V
14,4 V
18 V
Capaciteit (Ah)
conform
IEC61960
Oplaadtijd
(minuten)
Aantal cellen
4
5
8
10
Lithiumionaccu
BL1415
BL1815
-
-
1,3
30
BL1415N /
BL1415NA
BL1815N
-
-
1,5
30
-
BL1820 /
BL1820B
-
-
2,0
45
-
-
BL1430 /
BL1430B
BL1830 /
BL1830B
3,0
60
-
-
BL1440
BL1840 /
BL1840B
4,0
90
-
-
BL1450
BL1850 /
BL1850B
5,0
110
-
-
BL1460A /
BL1460B
BL1860B
6,0
130
KENNISGEVING:
De acculader is bedoeld voor het opladen van Makita-accu’s. Gebruik hem nooit voor
andere doeleinden of voor het opladen van accu’s van andere fabrikanten.
KENNISGEVING:
Deze acculader kan niet worden gebruikt met de UITWISSELBARE ADAPTER (ADP01
en ADP04) en ADAPTER VOOR OPFRISSEN (ADP02 en ADP03).
OPMERKING:
Als het oplaadlampje rood knippert, is de toestand van de accu zoals hieronder vermeld en start
het opladen mogelijk niet.
•
Een accu die uit een net gebruikt gereedschap komt, of een accu die gedurende een lange tijd heeft gelegen
op een plaats die is blootgesteld aan direct zonlicht.
•
Een accu die gedurende een lange tijd heeft gelegen op een plaats die is blootgesteld aan koude lucht.
Het opladen begint nadat de accutemperatuur binnen het bereik ligt waarbij opladen mogelijk is.
OPMERKING:
Als het oplaadlampje beurtelings groen en rood knippert, is opladen niet mogelijk. De aansluitpun-
ten van de lader of accu zijn bedekt met vuil, of de accu is versleten of beschadigd.
