
14
Bezig met opladen
Deze lader kan LXT- en CXT-accu’s opladen.
1. Let op dat u de acculader aansluit op een stopcontact
met de juiste wisselspanning. De laadlampjes knipperen
herhaaldelijk groen.
2. Volg de aanduidingen op de acculader en schuif de accu zo
ver mogelijk in de acculader. (Fig. 1)
Bij de LXT-accu wordt de afdekking van de aansluitpunten
geopend bij het aanbrengen en gesloten bij het verwijderen
van de accu.
3. Wanneer u er een accu in plaatst, verandert het oplaadlampje
van groen naar rood en dan begint het opladen. Gedurende het
opladen zal het oplaadlampje onafgebroken blijven branden.
Een enkel rood oplaadlampje geeft een ladingstoestand
van 0–80% aan en een rood en groen lampje samen een
ladingstoestand van 80–100%. De aanduiding van 80%
zoals hierboven vermeld geldt bij benadering. De aanduiding
kan verschillen afhankelijk van de accutemperatuur of de
toestand van de accu.
4. Wanneer het opladen is voltooid, blijft in plaats van een rood
en een groen lampje alleen het groene lampje branden.
5. De laadtijd varieert met de temperatuur (10°C–40°C)
waarbij de accu wordt opgeladen en met de toestand van de
accu,bijvoorbeeld een accu die nieuw is of lange tijd niet is
gebruikt.
6.
Na afloop van het opladen verwijdert u de accu van de
acculader en trekt u de stekker daarvan uit het stopcontact.
OPMERKING:
• De lader laadt niet twee accu’s tegelijk op, maar laadt de accu’s
één voor één op.
OPMERKING:
• De acculader is uitsluitend bestemd voor het opladen van Makita
accu’s. Gebruik deze nooit voor andere doeleinden of voor het
opladen van accu’s van andere fabrikanten.
• Als het oplaadlampje rood knippert, is de toestand van de accu
zoals hieronder beschreven en start het opladen mogelijk niet.
– Accu uit zojuist gebruikt gereedschap of accu die geruime tijd
lang in de volle zon heeft gelegen.
– Accu die lang achtereen op een koude plaats of in een koude
luchtstroom heeft gelegen.
Serie
Spanning
Aantal cellen
Li-ion accu
Capaciteit (A/uur)
volgens IEC61960
Oplaadtijd
(minuten)
CXT
10,8 V–
12 V (max.)
3
BL1015, BL1016
1,5
22
BL1020B, BL1021B
2,0
30
6
BL1040B, BL1041B
4,0
60
LXT
14,4 V
4
BL1415
1,3
15
BL1415N, BL1415NA
1,5
15
8
BL1430, BL1430B
3,0
22
BL1440
4,0
36
BL1450
5,0
45
BL1460A, BL1460B
6,0
55
18 V
5
BL1815
1,3
15
BL1815N
1,5
15
BL1820, BL1820B
2,0
24
10
BL1830, BL1830B
3,0
22
BL1840, BL1840B
4,0
36
BL1850, BL1850B
5,0
45
BL1860B
6,0
55
• Als de accu te heet is, zal het opladen pas beginnen nadat
de accu voldoende is afgekoeld tot een temperatuur waarbij
opladen mogelijk is.
• Indien het oplaadlampje afwisselend in groen en rood knippert, is
opladen niet mogelijk. De klemmen op de accu of acculader zijn
met vuil verstopt, of de accu is versleten of beschadigd.
12. Gebruik de acculader niet en haal hem niet uit elkaar nadat
deze is blootgesteld aan een zware schok, is gevallen of op
een andere manier is beschadigd, maar breng deze naar
een vakbekwame reparateur. Door onjuist gebruik of in
elkaar zetten kan een risico van elektrische schokken of
brand ontstaan.
13. Laad de accu niet op wanneer de kamertemperatuur
LAGER is dan 10°C of HOGER dan 40°C. Bij lage
temperaturen kan soms het opladen niet beginnen.
14. Gebruik geen spanningstransformator, motorgenerator
of gelijkspanningsstopcontact.
15. Zorg dat de ventilatiesleuven van de acculader nergens
door verstopt raken of afgedekt worden.
16. Niet met natte handen het snoer loskoppelen of
aansluiten, en de accu aanbrengen of verwijderen.
17. Gebruik nooit benzine, wasbenzine, thinner, alcohol, enz.
om de lader te reinigen. Dit kan leiden tot verkleuren,
vervormen of barsten.
(Zie het laatste deel van deze gebruiksaanwijzing voor
alle afbeeldingen.)