25
INEENZETTEN
LET OP:
• Controleer altijd of het gereedschap is uitgeschakeld
en de accu ervan is verwijderd alvorens enig werk aan
het gereedschap uit te voeren.
Aanbrengen van de slijpschijf (Fig. 4)
Voor het aanbrengen van de slijpschijf verwijdert u eerst
alle stof en vuil van het schuurblok. Vervolgens bevestigt
u de slijpschijf op het schuurblok. Let op dat de
openingen in de slijpschijf precies samenvallen met die
in het schuurblok.
Installeren van de stofzak (optioneel accessoire)
(Fig. 5)
Breng de stofzak op het gereedschap aan met de
opening omlaag gericht.
Legen van de stofzak (Fig. 6 en 7)
Wanneer de stofzak ongeveer half vol is, schakelt u het
gereedschap uit en verwijdert u de stofzak van het
apparaat. Vervolgens verwijdert u het stofmondstuk uit
de stofzak nadat u eerst het stofmondstuk losmaakt door
dat een klein stukje linksom te draaien. Leeg de stofzak
door er licht tegen te tikken.
Nadat u de stofzak geleegd hebt, plaatst u de stofzak
weer over het stofmondstuk. Draai het stofmondstuk een
klein stukje rechtsom om het op zijn plaats vast te zetten.
Breng vervolgens de stofzak aan op het gereedschap
zoals beschreven onder “Installeren van de stofzak”.
Aanbrengen van een papieren filterzak (optioneel
accessoire) (Fig. 8 en 9)
Let op dat het merk op de kartonnen rand en het merk op
de stofopvangdoos aan dezelfde kant zitten en bevestig
dan de papieren filterzak door de kartonnen rand in de
groef van beide klemnokken te steken.
Let op dat het merk op de kartonnen rand en het merk op
het stofmondstuk aan dezelfde kant zitten en bevestig
dan de stofopvangdoos over het stofmondstuk.
Verwijderen van de stofopvangdoos en de
papieren filterzak (Fig. 10 en 11)
Verwijder het stofmondstuk door de twee sluitklemmen in
te drukken.
Verwijder eerst de papieren filterzak door de kartonnen
rand aan de kant van het merk in te drukken en dan de
kartonnen rand omlaag te trekken om die uit de sluitklem
van de stofopvangdoos los te maken.
Verwijderen en weer aanbrengen van de gordel
(Fig. 12, 13 en 14)
LET OP:
• Gebruik het gereedschap niet zonder de gordel.
Anders zal er overal stof in het rond vliegen.
U kunt de gordel bevestigen in 12 verschillende
richtingen, al naar gelang de vereisten van uw werk.
Om de gordel te verwijderen, draait u de schroef er uit en
trekt u de gordel los door die aan beide kanten ietwat te
openen.
Om de gordel weer aan te brengen, opent u die aan
beide kanten ietwat en plaatst u de gordel. Vervolgens
draait u de schroef vast.
LET OP:
• Probeer niet om de gordel aan te brengen in een
andere dan de beschikbare richtingen. Anders zou het
gereedschap beschadigd kunnen worden.
BEDIENING
WAARSCHUWING:
• Schakel nooit het gereedschap in terwijl dat het
werkstuk al raakt, want dat kan leiden tot
verwondingen.
Schuren (Fig. 15)
LET OP:
• Laat het gereedschap nooit draaien zonder dat de
slijpschijf eraan is bevestigd. Hierdoor kan het
schuurblok ernstig beschadigd raken.
• Forceer het gereedschap niet. Overmatige druk leidt tot
een mindere schuurprestatie en kan de slijpschijf
beschadigen of de levensduur van het gereedschap
verminderen.
• Als u het gereedschap gebruikt terwijl de rand van het
schuurblok het werkstuk raakt, kan het schuurblok
beschadigd raken.
Houd het gereedschap stevig vast. Schakel het
gereedschap in en wacht totdat het op volle snelheid
draait. Plaats daarna het gereedschap voorzichtig op het
oppervlak van het werkstuk. Houd het schuurblok
evenwijdig aan het werkstuk en oefen lichte druk uit op
het gereedschap.
LET OP:
• De slijpschijf draait naar rechts tijdens belast gebruik,
maar kan ook wel eens naar links draaien tijdens
onbelast gebruik.
Polijsten (optioneel)
LET OP:
• Gebruik alleen een echte Makita poetsspons, poetsvilt
of poetswol (optionele accessoires).
• Gebruik het gereedschap altijd met een laag toerental
om te voorkomen dat het werkoppervlak oververhit
raakt.
• Forceer het gereedschap niet. Overmatige druk leidt tot
een mindere poetsprestatie en overbelasting van de
motor, waardoor het gereedschap defect kan raken.
1.
Aanbrengen van was (Fig. 16)
Gebruik een optionele poetsspons. Breng was aan
op de poetsspons of op het te poetsen oppervlak.
Laat het gereedschap met laag toerental draaien om
de was gelijkmatig uit te strijken.
OPMERKING:
• Breng eerst was aan op een onopvallend gedeelte van
het te poetsen oppervlak om te controleren of het
gereedschap geen krassen maakt op het oppervlak of
de was niet te streperig aanbrengt.
• Het gereedschap zal starten in de hoge snelheid. Start
het gereedschap vooral voorzichtig. Anders kan de
was in het rond spatten. Het is aanbevolen de was
eerst uit te strijken met het gereedschap in
uitgeschakelde stand, alvorens u het inschakelt.
Schakel onmiddellijk na het starten van het
gereedschap de snelheid over naar het laagste
toerental.
• Bedien het gereedschap altijd met een laag toerental.
Bij een hoog toerental kan de was in het rond spatten.
2.
Verwijderen van was (Fig. 17)
Gebruik een optioneel poetsvilt. Bedien het
gereedschap met een laag toerental om de was te
verwijderen.