Plaats de kernboormachine met de vastgezette montageplaat op de
boorstandaard die stevig verankerd moet zijn op het oppervlak. Zet deze vast
met de draaihendel (zie pagina 85).
Stroomvoorziening
De DBM 230 is veiligheidsklasse I. Om veiligheidsredenen mag de machine
alleen gebruikt worden met een GFCI. Hiervoor is een aardlekschakelaar
geïntegreerd in de kabel voor gebruik in een geaarde stekker.
Waarschuwing!
- De aardlek veiligheidsschakelaar mag niet verzadigd raken
met water.
- Gebruik de PRCD schakelaar niet om de machine in/uit
te schakelen!
- Controleer het functioneren voor gebruik door de TEST knop
in te drukken.
Controleer eerst of het beschikbare voltage en de beschikbare frequentie
overeenkomen met de gegevens op het type plaatje.
Een afwijking in voltage van +6 tot -10% is toegestaan. Gebruik alleen
drieaderige verlengkabels met beschermende geleiding en voldoende
aderdoorsnede (min. 2,5 mm2). Een aderdoorsnede die te klein is kan leiden
tot overmatig spanningsverlies en tot oververhitting van de kabel en de motor.
Aanbevolen minimum aderdoorsnede en kabel lengtes
Voltage
aderdoorsnede
in mm²
1,5
2,5
110 V
20 m
40 m
230V
50 m
80 m
Wateraansluiting
Als de boor niet voldoende gekoeld wordt met water kunnen de diamanten
segmenten verhit raken en daardoor beschadigd of verzwakt raken. U dient er
dus altijd voor te zorgen dat het koelsysteem niet geblokkeerd is. Om de
machine van water te voorzien, volgt u de volgende stappen:
Verbind de machine met de watervoorziening of het waterdrukvat door
middel van de GARDENA aansluiting.
Verzeker u zelf ervan dat de motor alleen gebruikt wordt met
voldoende schoon water, omdat anders de afdichting beschadigd als
de motor droog loopt.