
-42-
4
Bedrijf
4.1
Eerste ingebruikname
Vóór de eerste ingebruikname van de machine dient
er in ieder geval rekening te worden gehouden met
de volgende instructies:
➤
Deze gebruiksaanwijzing moet iedere persoon
die met de bediening van de machine is belast,
ter kennisname worden doorgegeven, waarbij
vooral attent dient te worden gemaakt op het
hoofdstuk "Veiligheidsinstructies".
➤
Er moet worden gecontroleerd, of alle veilig-
heidsvoorzieningen aangebracht en goed func-
tionerend zijn. Dit geldt vooral voor de lichte
beweegbaarheid van de beweeglijke bescherm-
kap.
4.2
In- en uitschakelaar
•
Inschakelen:
Voor het inschakelen van de
machine wordt eerst de inschakelblokkeringsknop
4 (afb. 2) ingedrukt en bij ingedrukte blokkerings-
knop schakelaar 3 bediend. Omdat het zich om
een schakelaar zonder arretering handelt, draait
de machine enkel zo lang als deze schakelaar
wordt gedrukt.
•
Uitschakelen:
Voor het uitschakelen van de
machine schakelaar 3 loslaten. De inschakelblok-
kering beveiligt automatisch de groeffrees tegen
een onopzettelijk inschakelen.
4.3
Motorbescherming
De ingebouwde motorbescherming in handgrendel 1
(afb. 2) onderbreekt bij overbelasting zelfstandig
het stroomcircuit, de motor komt tot stilstand. Bij
motoroverbelasting schakelaar 3 loslaten! Na een
wachttijd van ca. 1 minuut motorbeschermknop 15
indrukken, machine weer inschakelen en verder
werken. Wordt de motorbescherming opnieuw geac-
tiveerd, leg een iets langere wachttijd in. Probeer
niet, het verder werken door herhaaldelijk indrukken
van de motorbeschermknop af te dwingen.
Oorzaken van de overbelasting: bv te sterke
arbeidsdruk, stompe messen. Hou rekening met
deze omstandigheden bij het verder werken.
4.4
Instellen van de snijdiepte
De snijdiepte laat zich na losmaken van vleugel-
schroef 8 (afb. 2) van 0 – 32 mm instellen. Na het
instellen van de gewenste snijdiepte moet de vleu-
gelschroef 8 weer worden aangetrokken, om de
machine in de gekozen snijdiepte te vergrendelen.
4.5
Instelling voor schuinsneden
Het freesaggregaat laat zich voor schuinsneden op
iedere willekeurige hoek van 0 tot 45° tussen frezer
en grondplaat 14 (afb. 2) instellen.
• Voor het schuinzetten de machine in uitgangspo-
sitie brengen en vleugelschroef 7 (afb. 3) losma-
ken.
• Aggregaat op de gewenste en op de schaal van
het zwenksegment 12 weergegeven hoek instel-
len.
• Vervolgens vleugelschroef 7 weer aantrekken.
4.6
Frezen volgens tekening
De grondplaat 14 (afb. 2) bezit twee tekenkanten 6
(afb. 1) voor verticale en schuinsneden van 45°. De
tekenkanten stemmen overeen met de binnenkant
van de frezer.
• Voor het frezen het voorste gedeelte van de
grondplaat op het werkstuk zetten, groeffrees
inschakelen en de groeffrees gelijkmatig in snij-
richting voorschuiven.
Vóór het inschakelen erop letten, dat
de frezer vrij beweeglijk en de
beweeglijke beschermkap gesloten
is.
Aansluitleiding naar achteren weg-
voeren.
Machine aan de hiervoor gedachte
handgrepen vasthouden.
Machine alleen inschakelen, wan-
neer de frezer geen contact met het
werkstuk heeft.
Inschakelprocessen veroorzaken een
korte spanningsreductie. Bij ongun-
stige netvoorwaarden kunnen belem-
meringen van andere toestellen optre-
den. Bij netimpedanties kleiner dan
0,24 Ohm zijn geen storingen te ver-
wachten.
Houdt u alstublieft in ieder geval
rekening met de in het hoofdstuk
"Veiligheidsinstructies" in verband
met het frezen vermelde gegevens!