51
WERKING
REINIGING / ONDERHOUD
Voor het eerste gebruik, wordt aangeraden om het lege apparaat eerst 5 complete cycli te laten
werken, omdat er tijdens het eerste gebruik geur of rook van de bij de montage gebruikte olie kan
verschijnen.
1.- Sluit de broodrooster aan op een geschikt stopcontact dat overeenkomt met de kenmerken
van het apparaat.
2.- Draai aan de instelknop voor de bruiningsgraad (6) om de gewenste bruining te selecteren.
U kunt kiezen uit 6 bruiningsgraden, waarbij graad 1 de minste bruining en graad 6 de
meeste bruining geeft. Het nummer van de graad leest u af op het display (7) (FOTO 1).
3.- Controleer of de kruimellade (8) correct is geplaatst (FOTO 2).
4.- Plaats het brood in de sleuf (4) of druk op de roosterhendel (2) om het op het multifunctionele
rooster te plaatsen (2). Schuif de startknop (5) omlaag zodat de broodrooster begint te werken
(FOTO 3).
5.- Tijdens de werking, toont het display de ingestelde bruiningsgraad en een countdown.
Zodra het display 0 toont, stopt de broodrooster automatisch en springt het brood
automatisch omhoog.
6.- Als u brood moet ontdooien, stopt u het brood in de sleuf of plaatst u het op het rooster en
drukt u op de knop DEFROST (9) nadat u de broodrooster in werking heeft gezet (FOTO 4).
7.- Als u brood wilt opwarmen, plaatst u het in de sleuf of op het rooster en drukt u op de knop
REHEAT (10) nadat u de broodrooster in werking heeft gezet (FOTO 4).
8.- Druk op de knop CANCEL (11) als u een van de eerder beschreven processen moet stoppen
.
1.- Schakel de broodrooster uit en haal de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat
schoonmaakt.
2.- Haal na ieder gebruik het opvangbakje voor kruimels (8) eruit en maak het schoon.
3.- Gebruik een vochtige doek om de behuizing (1) van de broodrooster te reinigen.
WAARSCHUWING:
Houd er rekening mee dat de behuizing van dit apparaat niet in
water mag worden ondergedompeld.
4.- Gebruik geen chemische of schurende schoonmaakmiddelen om de broodrooster schoon te
maken.
Gebruik geen borstel, schuurspons of andere hulpmiddelen die de verschillende delen en
oppervlakken kunnen beschadigen.
1
2
3
4