57
REINIGING / ONDERHOUD
1.- Indien er eenderwelk voedingselement wordt gemorst, dan moet men dat onmiddellijk van
de uitwendige oppervlakken opvegen.
2.- Om een correcte reiniging uit te voeren kan men het waterbad uit roestvrij staal in de
vaatwasser plaatsen. De uitwendige verflaag en de bovenste afscherming moeten met een
doek bevochtigd in zeepwater worden afgeveegd.
3.- Wees er zeker van dat de eenheid in de volgende gevallen is losgekoppeld: wanneer die
niet wordt gebruikt, tijdens het vullen en bij de reiniging.
- Reinig de kookpan nooit met een hogedrukwaterstraal.
- Dompel de kookpan nooit onder in water.
- De kookpan moet steeds op een vlak en bestendig oppervlak worden geplaatst.
- Laat de kookpan nooit in lege toestand werken.
LET OP:
Het waterreservoir, kan met de tijd donker van kleur worden. Dit is niets om u
ongerust over te maken en het heeft geen invloed op het rendement van het apparaat.
LET OP:
OM ERVOOR TE ZORGEN DAT HET ARTIKEL OP IEDER MOMENT EEN OPTIMALE
WERKING BIEDT, IS HET NODIG OM DE KALKAANSLAG DIE DOOR HET GEBRUIK
ONTSTAAT EN ZICH OP WANDEN EN VERWARMINGSELEMENTEN VASTZET, PERIODIEK
TE VERWIJDEREN. VUL HET APPARAAT MET EEN OPLOSSING DIE BESTAAT UIT WATER
EN AZIJN EN LAAT HET ENKELE MINUTEN KOKEN. IN EEN ENKEL GEVAL KAN HET NODIG
ZIJN OM DIT SCHOONMAAKPROCES EEN OF MEERDERE KEREN TE HERHALEN