47
EOLO - COMFORT 80
NL
LEGENDA
1
Schoorsteenpot
2
Uitstroomweg
3
Rookkanaal
4
Thermische isolatie
5
Buitenmuur
6
Aansluiting van de schoorsteen
7
Rookleiding
8
Warmtegenerator
9
Inspectieluikje
10
T-aansluiting met inspectiedop
9.8
BUITENLUCHTINLAAT
Fig. 6 - Directe luchttoevoer
Fig. 7 - Indirecte luchttoevoer
LEGENDA
Fig. 6 op pag. 47 - Fig. 7 op pag. 47
1
Te ventileren vertrek
2
Aangrenzend vertrek
3
Buitenluchtinlaat
4
Opening onder de deur voor toename
•
Het is verplicht om voor buitenluchtrecirculatie te zorgen ten behoeve van een goed welzijn in het vertrek.
•
De luchttoevoer tussen de buitenlucht en het vertrek kan zowel direct plaatsvinden, via een opening in de
buitenmuur van het vertrek (zie
), danwel indirect, via opname van de lucht uit vertrekken
die aan het te ventileren vertrek grenzen (zie
•
Vertrekken als slaapkamers, berghokken, garages, magazijnen voor brandbaar materiaal mogen hiervoor
niet in aanmerking komen.
•
De luchtinlaatopening moet in zijn totaal een minimum netto oppervlak van 80 cm2 hebben genoemd
oppervlak moet vergroot worden als er andere actieve generatoren in het vertrek aanwezig zijn (bijvoorbeeld:
een elektroventilator voor de extractie van verzadigde lucht, een keukenafzuigkap, andere kachels, enz,,,).
die het vertrek in onderdruk brengen.
•
Het is noodzakelijk te laten nakijken - wanneer alle apparatuur ingeschakeld is - of de drukval tussen het vertrek
en de buitenlucht niet groter is dan 4,0 Pa: vergroot de opening van de luchtinlaat zo nodig (EN 13384).
•
De luchtinlaat moet tot stand gebracht worden op een hoogte vlakbij de vloer, met een extern rooster dat
bescherming tegen vogels biedt, en op een wijze dat het door geen enkel object belemmerd wordt.
•
De luchtinlaat is niet nodig in het geval van een hermetisch gesloten installatie.
9.9
AANSLUITING OP HET ROOKKANAAL
De pelletkachel werkt door de trek van rook die gestuwd wordt door een ventilator. Het is verplicht te controleren
of alle leidingen volgens de regels van het vak tot stand gekomen zijn, volgens de normen EN 1856-1, EN 1856-2
en UNI/TS 11278 inzake de keuze van de materialen. Het geheel moet in ieder geval gerealiseerd worden door
gespecialiseerde bedrijven of personeel volgens UNI 10683:2012.
•
De aansluiting tussen het apparaat en het rookkanaal moet kort zijn om de trek te bevorderen en
condensvorming in de leidingen te voorkomen.
•
Het rookkanaal moet groter of gelijk zijn aan de afvoerpijp (Ø 80 mm).
•
Enkele modellen kachels hebben de afvoer aan de zijkant en/of de achterkant. Controleer of de ongebruikte
afvoer gesloten wordt met de bijgeleverde dop.
Содержание EOLO
Страница 78: ...NOTE...
Страница 79: ...NOTE...