
12 – Promig 100/0601
©
KEMPPI
OY
41
2.2.8. Instellen van de spanning van de draadhaspelrem
(Promig 501, 501L, 530)
De remkracht kan ingesteld worden door het aandraaien van een schroef met een schroevedraa-
ier. Deze schroef (41) bevindt zich in het middelpunt van de haspel.
De remkracht moet zo ingesteld zijn dat de draad niet te ver afrolt van de draadhaspel
wanneer de aandrijfrollen tot stilstand komen. De benodigde remkracht is erg afhankelijk van de
draadaanvoersnelheid die men gebruikt.
Wanneer men de rem te strak zet, zal de motor onnodig worden belast.
2.2.9. Afbrandvertraging
De elektronica in de draadaanvoerunit is zo gemaakt dat wanneer men stopt met lassen, het
draadeinde niet vastsmelt aan het draadmondstuk of het werkstuk. Dit werkt geheel automatisch,
onafhankelijk van de draadaanvoersnelheid.
2.2.10. Werkstukkabel
Bevestig de werkstukklem zorgvuldig, bij voorkeur direct op het te lassen werkstuk. Het
contactoppervlak moet zo groot mogelijk zijn.
Zorg ervoor dat roest en verf verwijderd zijn!
Gebruik bij pulsMIG-apparatuur 70 mm².
Dunnere kabeldoordneden kunnen overhitting van aansluitingen en isolaties veroorzaken.
Wees er zeker van dat het laspistool, dat gebruikt wordt, geschikt is voor de maximale lasstroom
die nodig is.
Gebruik nooit een beschadigd laspistool!
2.3. BESCHERMGAS
Gas
fl
essen zijn hogedrukvaten. Zij kunnen ontploffen als het gevolg van
(om)vallen!
Voor het lassen van staal, worden normaal gesproken gemengde gassen gebruikt. Controleer of
de afsluiter van de gas
fl
es geschikt is voor het gas. De hoogte van de lasstroom is gezet overeen-
komstig de lasstroom gebruikt in het werk. Een geschikte lasstroom is normaal gesproken 8 - 10
l/min. Indien de gasstroom niet geschikt is, wordt de lasverbinding poreus. Neem contact op met
uw lokale Kemppi-dealer voor het kiezen van gas en equipement
2.3.1. Installeren van gas
fl
es
Plaats de gascylinder altijd verticaal op een plaats of onderwagen die daar
speciaal voor ingericht is. Sluit de afsluiter van de cylinder na het lassen.