4
NEDERLANDS
*
Het bedieningspaneel komt naar buiten geschoven als u op de toets ON/CLOSE drukt.
*
Als u op de toets OFF/
0
drukt, schuift het display-paneel naar beneden en wordt de laadopening voor CD’s zichtbaar.
PLAATSING VAN DE TOETSEN
Bedieningspaneel
u
4
5
6
7 8 9 p
q w
e
r
t
y
PTY
TP/RDS
BAND
Hoe u de cijfertoetsen gebruikt:
Nadat u op MODE BAND hebt gedrukt, werken de cijfertoetsen als andere functietoetsen (de vermelding
“MODE” blijft op de display staan).
Als u deze toetsen als cijfertoetsen wilt gebruiken nadat u op MODE BAND hebt gedrukt, moet
u 5 seconden wachten zonder op een toets te drukken zodat de vermelding “MODE” van de display
verdwijnt.
• Ook als u nogmaals op MODE BAND
drukt, verdwijnt de vermelding “MODE”
van de display.
BAND
1
De bedieningsschijf
2
De toets
¢
/
4
• De toets
¢
/
4
doet ook dienst als
de toets ON of de toets CLOSE.
3
Afstandssensor
4
De toets SEL (selecteren)
5
De toets DISP (display)
• Deze toets kan ook als SSM-toets worden
gebruikt in combinatie met de toets
MODE BAND.
6
De toets MODE BAND
• Deze toets kan ook als SSM-toets worden
gebruikt in combinatie met de toets DISP.
7
De toets SCM (sound control memory)
8
De toets MONO
9
De toets LOCAL
p
De toets INT (intro)
q
De toets RPT (repeat)
w
De toets RND (random)
e
De toets SOURCE
r
De toets TP (traffic programme)/
RDS (radio data system)
t
De toets PTY (programme type)
y
De toets OFF/
0
(uitwerpen)
u
De cijfertoetsen
1
2
3
Laadopening voor CD’s
Bedieningspaneel
NL04-06.KD-LX110R[E]f
01.2.6, 10:21 AM
4