44
NL
Systeem
m
501,
m5
02,
m
503 en
m
2003:
Schroef de drukregelklep (4, 6) met het achterwaartse inwendige schroefdraad in een
vlot tempo op het uitwendige schroefdraad van de klep aan de navulbare voorraadfles
m
500 (1) resp.
m
2000 (2). De aansluitmoer is uitgevoerd als gerande moer (kartelmoer)
voor gebruik ZONDER gereedschap! Trek de moer dus zonder gereedschap aan tot zij
“handvast” zit.Trek de regelschroef aan door haar naar rechts te draaien, indien de schroef
niet al gesloten was.
Voorraadflessen NOOIT liggend of ondersteboven gebruiken!! Hierdoor kan de
drukregelaar blijvend worden beschadigd!!
5. Bevestig de CO
2
-slang aan het slangkoppelstuk van de drukregelklep (4, 5), respectievelijk
van de magneetklep (6).
6.
Systeem
u
501:
Draai de regelschroef van de drukregelklep langzaam open en stel het aantal bellen aan
de bellenteller in met 10 – 15 bellen (ca. 15 – 20 bellen in de reactor). In het begin lopen de
bellen haperend door de reactor en kunnen voor een deel tot grote bellen samensmelten.
Het apparaat heeft ongeveer 48 uur nodig om goed op gang te komen!
Dan is pas
een biologisch laagje ontstaan op de oppervlakte van het apparaat dat de gasbellen
ongestoord van beneden naar boven over de baan laat glijden. Na afloop van de inlooptijd
stelt u het vereiste aantal bellen voor uw aquarium in zoals in hoofdstuk 12.3 is beschreven.
Systeem
m5
01:
Draai de cilinderklep van de navulbare voorraadfles geheel open. De linker manometer
geeft nu de flesdruk aan van ca. 60 bar en op de rechter manometer ziet u de werkdruk
van ca. 1,5 bar. De overige procedure is als beschreven voor systeem
u
501.
Systeem
u
502 en
m
502:
Begin met het voedingsapparaat van de magneetklep in een continu werkende contactdoos
te steken en verbind de 12 V kabel van het voedingsapparaat vervolgens met de kabel van
de magneetklep.
De overige procedure bij
u5
02 is zoals beschreven voor
u
501, en bij
m
502 zoals
beschreven voor
m
501.
Wanneer u het voor uw aquarium vereiste aantal bellen hebt ingesteld (zie hoofdstuk
12.3), verbindt u de magneetklep met de stroomkring die via de tijdschakelklok van de
aquariumverlichting wordt geschakeld. Hierdoor wordt de CO
2
toevoer ’s nachts, wanneer
de planten geen CO
2
nodig hebben, tijdelijk stilgezet.
Systeem
u
503,
m
503 en
m
2003:
Zet de pH Computer aan en voltooi de voor het eerste gebruik noodzakelijke kalibratie
volgens de aparte gebruiksaanwijzing. Controleer of de magneetklep van de drukregelklep
via de ventielkabel met de pH computer is verbonden. Zet de besturing van de magneetklep
in de stand „man offen“:
Instellingen > “Klep” selecteren > op OK drukken > met de keuzetoets „man offen“
selecteren > op OK drukken.
De overige procedure bij
u5
03 is zoals beschreven voor
u
501, en bij
m
503 /
m
2003, zoals
beschreven voor
m
501.
Zet de besturing van de magneetklep als volgt op ”auto” nadat de reactor op gang is
gekomen:
Instellingen > “Klep” selecteren > op OK drukken > met de keuzetoets „auto“ selecteren >
op OK drukken.
Stel nu de voor uw aquarium vereiste pH-waarde en het daartoe noodzakelijke aantal gasbellen
in op de pH Computer, zoals in de aparte gebruiksaanwijzing is beschreven. De pH Computer
regelt de pH-waarde en de CO
2
-toevoer voor uw aquarium in het vervolg automatisch.
