VEILIGHEID 1
NL-5
1.2
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSOVERWEGINGEN _________________________________
Dit veiligheidssymbool wordt gebruikt om u te attenderen op potentiële gevaren.
GEVAAR
- duidt op dreigende gevaarlijke situatie die, indien niet vermeden,
ZAL
resulteren in dood of ernstig letsel.
WAARSCHUWING
- duidt op een potentieel gevaarlijke situatie die, indien niet vermeden,
KAN
resulteren in dood
of ernstig letsel.
VOORZICHTIG
- duidt op een potentieel gevaarlijke situatie die, indien niet vermeden,
KAN
resulteren in licht of
matig letsel en beschadiging van eigendom. Het symbool kan ook worden gebruikt om de aandacht te vestigen op
onveilige praktijken.
Ten behoeve van visuele duidelijkheid, kunnen in sommige illustraties in deze handleiding afschermingen, platen en
andere veiligheidsinrichtingen open worden afgebeeld of zelfs ontbreken. Onder geen enkele omstandigheid mag deze
apparatuur echter worden bediend zonder dat dergelijke onderdelen niet naar behoren zijn aangebracht.
Door alle instructies in deze handleiding op te volgen verlengt u de levensduur van uw machine en handhaaft u
maximale efficiency. Bijstellingen en onderhoud behoren altijd door een bevoegde monteur te worden uitgevoerd.
Indien aanvullende informatie of service wordt gewenst, neem dan contact op met een erkende Textron Turf Care
AndSpecialty Products Dealer. Onze dealers worden op de hoogte gehouden van de nieuwste onderhoudsmethoden
ten behoeve van deze machines en kunnen een snelle en efficiënte service verlenen.
Gebruik van andere dan
originele en goedgekeurde TTSP-onderdelen en accessoires maakt deze garantie ongeldig.
WAARSCHUWING
Het bestuurdersaanwezigheidssysteem (B.A.S.) van deze maaier stopt de kooi en het
aandrijfmechanisme onmiddellijk wanneer de bestuurder de B.A.S.-hendel loslaat.
Teneinde de bestuurder en anderen voor letsel te behoeden mag de machine nooit
gebruikt worden wanneer het B.A.S. uitgeschakeld is of niet naar behoren werkt.
!
!
!
WAARSCHUWING
1.
Voordat de bestuurdersplaats wegens enige reden wordt verlaten, dient het volgende te worden
gedaan:
a.
Schakel alle aandrijvingen uit.
b.
Schakel de parkeerrem in.
c.
Zet de motor uit.
2.
Houd handen, voeten en kleding op veilige afstand van bewegende delen. Wacht tot iedere
beweging is gestopt alvorens te beginnen met het schoonmaken, bijstellen of onderhouden van de
machine.
3.
Zorg dat het werkgebied vrij blijft van omstanders en huisdieren.
4.
Er mogen nooit passagiers worden meegenomen, tenzij daarvoor een speciale zitplaats
beschikbaar is.
5.
Maaiapparatuur mag nooit worden bediend zonder dat het afvoerkeerschot stevig op zijn plaats zit.
!
!