
storingen zelf oplossen
7
Storing
Oorzaak
Oplossing
Het apparaat doet niets
Er is een onderbreking in de
stroomtoevoer.
- controleer of de stekker goed in het stopcontact zit
- controleer of de stroomkabel niet beschadigt is
- controleer of er spanning op het stopcontact staat door bv.
een ander apparaat aan te sluiten bv. een nachtlamp
- controleer of het apparaat aan staat door de thermostaat op
meer dan 0 te zetten
De binnenverlichting werkt
niet.
De lamp is defect of de stekker zit
niet in het stopcontact.
Controleer de oplossingen hierboven of vervang de lamp.
Temperatuur in de koelkast is
te hoog of te laag
Verkeerde instelling van de
thermostaat.
- draai de thermostaat op een hogere stand
De omgevingstemperatuur is
hoger of lager dan de
temperatuur welke aangegeven
is op het tabel met de technische
gegevens.
Het apparaat is bedoeld voor werking in een
omgevingstemperatuur die aangegeven is op de tabel met
technische gegevens van het apparaat.
Het apparaat staat in de zon of te
dicht bij een warmtebron.
Verander de opstelling van het apparaat volgens de
aanwijzingen in de gebruiksaanwijzing.
Een te grote hoeveelheid
warm voedsel is één keer in het
apparaat geplaatst.
Wacht 72 uur tot de producten gekoeld zijn. De temperatuur in
het apparaat zal weer terug gaan naar het gewenste niveau.
De ventilatie aan de achterkant
van het apparaat is belemmerd.
Houd het apparaat 10 cm van de wanden verwijderd voor
voldoende ventilatie.
De deur van de koelkast wordt
te vaak geopend of blijft te lang
open staan.
Open de deur minder vaak en/of verkort de tijd van het open
laten van de deur.
De deur is niet goed gesloten.
Zorg dat de levensmiddelen zo geplaatst zijn, dat ze het sluiten
van de deur niet belemmeren.
De compressor werkt niet vaak
genoeg.
Controleer of de omgevingstemperatuur niet lager is dan het
bereik van de klimaatklasse.
Het deurrubber zit los.
Maak het deurrubber vast of laat het vervangen.
Het apparaat werkt continue. Verkeerde instelling van de
thermostaat.
- draai de thermostaat op een lagere stand
Er staat water in het onderste
deel van de koelkast.
De opening van de
dooiwaterafvoer is verstopt.
Reinig de opening van de dooiwaterafvoer met behulp van de
prikker.
De ventilatie binnen in het
koelgedeelte wordt belemmerd.
Controleer of de levensmiddelen de achterwand van de
koelkast niet raken.
Ongewone of harde geluiden
Het apparaat staat niet waterpas
en stabiel.
Zet het apparaat waterpas met de stelvoetjes.
Het apparaat staat ergens
tegenaan.
Plaats het apparaat zo, dat het nergens tegenaan staat.
Bij het normale gebruik van het koeltoestel kunnen er verschillende soorten geluiden ontstaan, die geen enkele invloed hebben op de
correcte werking van de koelkast.
Geluiden die gemakkelijk verholpen kunnen worden:
• Lawaai doordat het apparaat niet waterpas staat – regel de opstelling met behulp van de stelvoetjes vooraan. Leg eventueel zacht
materiaal onder de wieltjes achteraan, in het bijzonder bij een tegelvloer.
• Wrijving tegen de andere meubelen – verschuif het apparaat.
• Knarsen van laden of schappen – neem de lade of het schap weg en plaats het daarna terug.
• Geluid van tegen elkaar stotende flessen – plaats de flessen uit elkaar.
Geluiden die hoorbaar zijn tijdens het normale gebruik van het toestel, worden veroorzaakt door de werking van de thermostaat,
de compressor (aanslaan), het koelsysteem (krimpen en uitzetten van het materiaal onder invloed van temperatuurverschillen en
doorstroom van koelvloeistof).
Nederlands
•
11
Содержание RKV550
Страница 2: ...2...