DRAAGINSTRUCTIES EN AFSTELLING:
Voor elke laars: Open het verstelhaakje bovenaan aan de binnenzijde van de laars. Pak hiervoor het haakje vast en trek de het weg van de
kuit zodat de klittenbandsluiting los komt. Open de ritssluiting aan de binnenzijde van de laars door de rits naar beneden trekken. Trek de
laars aan. Schuif uw voet helemaal in de laars. Controleer of de laars goed past. De laars dient uw voet nauw te omsluiten, maar mag niet
knellen. De voet moet ongeveer even lang zijn als de laars en mag niet veel korter of langer zijn dan de laars. Rits de laars dicht. Controleer
of broek, sokken of ander materiaal niet tussen de rits vastzit en het sluiten van de rits belemmert. Maak vervolgens het verstelhaakje weer
vast. Pak het haakje vast en trek het naar achteren. Druk vervolgens het verstelhaakje vast tegen de binnenzijde van het been, om zo de
klittenbandsluiting weer te bevestigen. Controleer of broek, sokken of ander materiaal niet in de sluiting vastzitten. De pasvorm aan de
bovenzijde van de laars kan worden aangepast door het verstelhaakje zoals eerder beschreven los te maken, dit opnieuw te positioneren en
de klittenbandsluiting volgens de bovenstaande beschrijving weer vast te maken met het verstelhaakje op een andere positie. Controleer of
de laars strak genoeg zit zodat uw voet niet uit de laars kan schieten, maar niet zo strak dat de bloedcirculatie wordt afgekneld of dat u uw
voet niet meer vrij kunt bewegen. Controleer of het dragen van deze laarzen u niet beperkt bij het bedienen van de motor.
Het beschermschoeisel verschaft maximale bescherming en veiligheid als dit comfortabel zit en de bewegingsvrijheid en de bediening van
de motor in de normale rijpositie niet belemmert. Als u dit type beschermschoeisel niet kunt aanpassen tot het een goede pasvorm voor u
heeft, probeert u een ander type CE-gecertificeerd beschermschoeisel.
VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN
VEILIGHEIDSINSPECTIES EN SLIJTAGE
VOOR ELK GEBRUIK:
Controleer of de zolen in goede staat verkeren en stevig aan de laars vastzitten. Controleer of de voering niet gescheurd of kapot is.
Controleer of de buitenzijde van de laars geen scheuren of barsten vertoont. Controleer of het BOA®-vetersysteem correct werkt. Onjuist
vastgemaakt beschermschoeisel biedt gebruikers geen bescherming. Als het beschermende schoeisel of onderdelen daarvan slijtage
vertonen, dient u het schoeisel onmiddellijk te vervangen.
IN GEVAL VAN BOTSING OF ONGEVAL:
In het geval van een botsing wordt wellicht afbreuk gedaan aan de belangrijkste functies van het beschermende schoeisel en biedt dit
mogelijk niet meer de bescherming die wordt beschreven in het gedeelte Gebruiksbeperkingen en de gedeelten Prestaties en Bescher-
mingsbeperkingen. Niet altijd is de schade met het blote oog zichtbaar. Desondanks dient u de laarzen na ongeacht wat voor soort
botsing of ongeval te vervangen. U kunt nieuwe TUSCADERO CE-laarzen aanschaffen bij alle Icon®-verkooppunten.
DE 2-JAARREGEL:
Over het algemeen geldt dat lichte persoonlijke beschermingsmiddelen zoals TUSCADERO CE-laarzen minstens om de twee jaar moeten
worden vervangen, ook als deze geen zichtbare schade vertonen. Er kan sprake zijn van schade en deze is mogelijk niet vast te stellen
met een simpele visuele controle.