88
89
6.1 Op welke stimulerings-
punten mag u uw Kalm Patch
gebruiken?
U mag uw Kalm Patch direct op
de pijnlijke plek aanbrengen -
met uitzondering van het hoofd,
de borstkas of een huidwonde.
De Kalm Patch is actief in een
gebied van ong. 10 cm tot 15
cm rond het apparaat en in de
dieper gelegen spieren.
U mag per dag slechts één
plaats behandelen. Wanneer
de pijn zich verspreidt over een
groot oppervlak of over meer-
dere plaatsen, kan u de vol-
gende dag een andere plaats
behandelen.
Voorbeelden:
■ Aanval van artritis in het
verlengde van de duim
■ Tennisarm
■ Peesontsteking in de knie
■ Verstuikte enkel
Speciale gevallen:
Veel voorkomende symptomen,
zoals
■ Stijve nek en hoofdpijn
■ Rugpijn en spit
■ Kuitkrampen en slechte
doorbloeding
vereisen een speciaal gebruik
6. Zo gebruikt u het apparaat
Breng de Kalm Patch enkel aan op sti-
muleringspunten op de huid, die in dit
hoofdstuk worden beschreven. Gebruik
het apparaat
► niet op de oogleden. De stroomprik-
kels kunnen de ogen beschadigen.
► niet op het strottenhoofd of de
keelholte. De stroomprikkels kun-
nen leiden tot spierverkramping
met verstikking tot gevolg.
► niet zo, dat de stroom zich recht-
streeks door het hart voortplant
(bijv. in de onmiddellijke omgeving
van het hart). De stroomprikkels
kunnen leiden tot hartkamerfibril-
latie en in het ergste geval tot hart-
stilstand.
► niet zo, dat de stroom zich recht-
streeks door de hersenen voort-
plant (bijv. aan de slapen). De
stroomprikkels kunnen stuipaan-
vallen veroorzaken.
► niet op een wonde of een gezwel
Bij vermoeidheid of huidirritatie dient u
de sessie met de Kalm Patch af te bre-
ken. Mocht de vermoeidheid aanhou-
den, dan dient u een arts te raadplegen.
Wanneer de pijn na een sessie met de
Kalm Patch na 2 tot 3 dagen niet ver-
mindert of juist toeneemt, dan dient u
een arts te raadplegen.