HYUNDAI
8
Neem de stekker uit het stopcontact
voordat u instellingen controleert of
wijzigingen aanbrengt.
• Druk de zaagarm (5) naar omlaag.
• Druk op de vergrendelknop (6) om de zaagarm
in de transportstand te vergrendelen.
• Draai de verstekvergrendelingshendel (24) los.
• Draai de verstekschaal (20) totdat de wijzer 0°
aanwijst.
• Draai de verstekvergrendelingshendel (24) vast.
• Draai de schuine hoek vergrendeling (16) los en
stel de zaagarm (5) in een hoek van 90° ten
opzichte van de verstektafel (19).
• Draai de schuine hoek vergrendeling (16) vast.
• Controleer met een winkelhaak of de hoek tussen
de verstektafel (19) en het zaagblad 90° is.
De winkelhaak moet het vlakke deel van
het zaagblad raken, niet de tanden.
• Draai het zaagblad met de hand en controleer
de juiste uitlijning tussen het zaagblad en de
tafel op meerdere punten.
Als het zaagblad niet evenwijdig is aan de
winkelhaak maak dan de volgende aanpassingen:
• Draai de stelschroef voor de helling van de
zaagkop (32) los met een steeksleutel.
• Draai de 0° instelschroef (33) met een
steeksleutel los.
• Draai de schuine hoek vergrendeling (16) los.
• Lijn het zaagblad uit met de stelschroef voor de
helling van de zaagkop (32).
• Draai de schroef van de wijzer op de schuine
hoek schaal (17) los zet de wijzer op de
0°-stand.
• Draai de schroef weer vast.
• Draai de schuine hoek vergrendeling (16) ende
stelschroef voor de helling van de zaagkop (32)
vast.
Bovenstaande procedure kan ook worden
gebruikt om de verticale hoek 45° ten
opzichte van het zaagblad af te stellen.
GEBRUIK
Klem het werkstuk altijd vast. Plaats de
werkstukklem zodanig dat de
zaagbeweging niet kan wordt gehinderd.
Vergrendelknop (fig. A2)
Om het zaagblad tijdens transport te beschermen
kan de kop naar beneden worden gedrukt tot dat
deze vergrendeld.
• Trek de vergrendelknop (6) uit, draai vervolgens
90° naar links of rechts om de kop omhoog te
brengen en te vergrendelen.
De zaag inschakelen (fig. A1 + A3)
• Druk de schakelaarblokkeerknop (34) naar links
en druk de aan/uit-schakelaar (22) in.
• Laat de aan/uit-schakelaar los om de zaag uit te
schakelen.
Gebruik van de laser (fig. A1)
• Schakel de laser (1) in door middel van de aan/
uit-schakelaar (2).
• Breng de kop naar beneden terwijl de machine
is uitgeschakeld.
• Controleer of de laserlijn op een lijn is met de
zaaglijn zoals gemarkeerd op het werkstuk.
• Breng de kop omhoog en schakel de machine
in.
• Schakel na gebruik de laser uit.
Zagen van smalle werkstukken (fig. A1)
1. Plaats het te snijden materiaal op de zaagtafel,
zorg ervoor dat het is stevig vastgeklemd zodat
het niet beweegt tijdens het zagen.
2. Schuif de zaagkop zo ver mogelijk naar
achteren en vergrendel de schuifstang door de
klemschroef (27) vast te draaien. Zorg ervoor
dat de vergrendelingshendel van de draaitafel
(23) en de haakse vergrendelingshendel (24)
zijn vastgedraaid voordat u gaat zagen.
3. Schakel de machine in en laat het zaagblad op
snelheid komen.
4. Beweeg de zaagkop naar beneden, oefen een
zachte druk uit maar laat de zaag het werk
doen.