3. Zorg dat het connectorfilter schoon is.
4. Controleer de connectorafdichtingen op
beschadiging. Vervang beschadigde afdichtingen.
pagina 31
.
6. Sluit het product aan op de luchtcompressor.
7. Start de luchtcompressor. Zorg voor de juiste
luchtdruk. Zie
Technische gegevens op pagina 35
.
Let op: De snelheid van de trillingen neemt toe als
de luchtdruk toeneemt. Het product begint niet met
trillen als de luchtdruk te laag is.
OPGELET: Zorg ervoor dat de luchtdruk
niet hoger is dan de maximale luchtdruk
om schade aan het product te
voorkomen.
8. Stop de luchtcompressor om het product te laten
stoppen.
Het product gebruiken
1. Plaats het product in de posities (A). Plaats het
product niet in de posities (B).
A
B
A
B
2. Als het product zich in een positie bevindt waar het
niet kan worden gestart, draai dan de flenzen, as en
lamel 90 graden.
Let op: Als het product naar een andere positie is
verplaatst, verplaats de flenzen, as en lamel dan
naar hun oorspronkelijke positie.
Onderhoud
Inleiding
WAARSCHUWING: Zorg dat u het
hoofdstuk over veiligheid hebt gelezen en
begrepen voordat u onderhoud aan het
product gaat uitvoeren.
Het product smeren
Het product wordt zonder olie geleverd. Zorg ervoor dat
de luchtslang wordt gesmeerd via een automatisch
smeersysteem dat op minder dan 10 meter vanaf het
product is geïnstalleerd. Als er geen automatisch
smeersysteem is geïnstalleerd, moet het product
handmatig worden gesmeerd.
• Smeer het product elke dag of elke 4 uur bij continu
bedrijf.
• Breng 4 cm
3
olie aan in de luchtslang via de
koppeling. Zie
Technische gegevens op pagina 35
voor het juiste type olie.
1579 - 001 - 18.12.2020
31