HEAT SOCKS XLP ONE
79
Inbedrijfstelling
3.3.1 Weergave oplaadvoortgang
3.4 Storings- en speciale functies
Druppellading bij diepontlading
Bij een diepontladen accupack XLP ONE (spanning lager dan 2,7 volt) vindt een langzame oplading plaats en alle
LED's van de verwamingsstanden knipperen met tussenpozen van 0,3 seconden gedurende maximaal 30 minuten.
Wanneer het opladen is gelukt, gaat dit over in het normale oplaadproces. Na 30 minuten bij aanhoudende
problemen knipperen de LED's van alle verwarmingsstanden met tussenpozen van 0,1 seconde en het opladen
wordt afgebroken. Verwijder de accupacks XLP ONE uit het oplaadstation.
Maximale (hoogste) beschermingsniveau bij een kritische kortsluiting
Bij een maximale kortsluiting bij het hoogste beschermingsniveau wordt de accupack XLP ONE uitgeschakeld. Na
het verhelpen van de kortsluiting moet de accupack XLP ONE met het oplaadapparaat XLP worden verbonden.
Gemiddeld beschermingsniveau (HICCUP) bij een kortsluiting
Bij een gemiddeld beschermingsniveau of een kortsluiting in de Heat Socks XLP ONE, knipperen de LED's van alle
verwarmingsstanden 5 seconden lang met tussenpozen van 0,1 seconde, daarna wordt gecontroleerd of de
kortsluiting nog steeds bestaat.
Wanneer de kortsluiting is opgeheven, wordt de gebruikte verwarmingsstand weer geactiveerd, anders blijft deze
controlestatus gehandhaafd totdat de kortsluiting is verholpen.
Oplaadtemperatuur
Wanneer de gebruikstemperatuur niet in acht wordt genomen (zie hoofdst. 8.1 Technische gegevens, pag 84), kan
de veiligheidsuitschakeling worden geactiveerd. Het opladen wordt afgebroken en alle LED's knipperen met
tussenpozen van 0,1 seconde, totdat de accupacks XLP ONE uit het oplaadstation worden verwijderd of de stekker
van het oplaadapparaat XLP uit het stopcontact wordt getrokken.
Controle oplaadtijd
Bij een buitengewoon lange oplaadtijd kan de veiligheidsuitschakeling worden geactiveerd. Het opladen wordt
afgebroken en alle LED's knipperen met tussenpozen van 0,1 seconde.
Belangrijke aanwijzingen:
Laad de accupacks XLP ONE na elk gebruik op. Daardoor wordt de levensduur van de accu's verlengd en
het product is altijd klaar voor gebruik.
Frequent overladen (meer dan 8 uur) van de accupacks XLP ONE leidt tot een vermindering van vermogen
en levensduur.
De accupacks XLP ONE bestaan uit lithium-ion-cellen en kunnen in elke toestand worden opgeladen.
Daarom is volledig ontladen alvorens opnieuw op te laden niet nodig.
De accupacks XLP ONE mogen niet worden opgeladen, wanneer de cellentemperatuur lager is dan 10
°C.
Bewaar de accupacks XLP ONE daarom vóór het opladen enkele uren bij kamertemperatuur (+20
°C/
+68
°F).
Verwijder de accupacks XLP ONE na het opladen uit het oplaadstation en breng de contactbescherming
aan.
Alvorens de accupacks XLP ONE gedurende een langere periode (meerdere maanden) te bewaren, dienen
deze slechts halfvol te worden opgeladen (1e en 2e LED branden rood, 3e LED knippert langzaam), om de
levensduur te verlengen.
Na een langdurige opslagperiode (meerdere maanden) moet de accupack XLP ONE vóór gebruik weer
worden opgeladen.
Bewaar de accupacks XLP ONE uitgeschakeld (alle LED's uit) en los van de Heat Socks XLP ONE met
aangebrachte contactbescherming.
0 - 25% opgeladen
1e LED knippert langzaam rood
25 - 50% opgeladen
1e LED brandt rood, 2e LED knippert langzaam rood
50 - 75% opgeladen
1e en 2e LED branden rood, 3e LED knippert langzaam rood
75 - 99% opgeladen
1e, 2e en 3e LED branden rood, 4e LED knippert langzaam rood
100% opgeladen
4e LED brandt groen
Bij een storing zie chapter 3.4, Storings- en speciale functies, page 79.