
20
NL
Starten en gebruik
Het apparaat starten
!
Voordat u het apparaat in gebruik stelt, dient u de
instructies voor wat betreft de installatie na te
volgen
(
zie Installatie
).
!
Voordat u het apparaat aansluit, dient u zowel het koel-
als het diepvriesgedeelte, alsook het toebehoren met
lauw water en soda te reinigen.
1. Steek de stekker in het stopcontact en let op of het
GROENE lampje aan gaat zowel als het RODE
(schakelaar-2 naar rechts verplaatsen).
2. dient u tevens het GELE lampje in te schakelen
(schakelaar-1 naar links verplaatsen).
3. Zodra het RODE lampje uitgaat, dient u ook het GELE
lampje uit te schakelen (schakelaar-1 naar rechts
verplaatsen).
Nu kan de freezer in gebruik worden
genomen.
Optimaal gebruik van de diepvrieskast
De TEMPERATUURKNOP regelt automatisch de
temperatuur in de freezer:
1
= minder koud
5
= kouder
Wij raden een gemiddelde stand aan.
Vries nooit etenswaar in die op het punt staat te
ontdooien of al is ontdooid; dergelijke etenswaar moet
gelijk worden gekookt en gegeten (binnen 24 uur).
Verse etenswaren die moeten worden ingevroren
mogen nooit in contact raken met etenswaren die al
bevroren zijn; verse etenswaren moeten in het bovenste
INVRIES- en BEWAARGEDEELTE worden gezet.
Plaats nooit glazen flessen met vloeistof in de
diepvrieskast, vooral niet als er een dop op zit of als ze
hermetisch zijn afgesloten, ze zouden kunnen barsten.
De maximum hoeveelheid die men dagelijks in kan
vriezen is aangegeven op het typeplaatje in de
koelkast. Kg/24h 4).
Om in te vriezen dient u het GELE lampje in te
schakelen en vervolgens de in te vriezen etenswaren in
het bovenvak te plaatsen. Hierbij behoren de
etenswaren zoveel mogelijk in direct contact te staan
met de koelvlakken, daarbij oplettend dat ze de in
hetzelfde vak reeds bevroren etenswaren niet raken.
Na 24 uur wordt, als het invriezen klaar is, dient uhet
GELE lampje weer uit te schakelen.
!
Deze procedure moet men niet vergeten om
onnodig energieverbruik te voorkomen.
Het inladen van grote hoeveelheden etenswaren die
ingevroren moeten worden kan de temperatuur in de
vrieskast tijdelijk verhogen (RODE lampje gaat aan).
Aangezien deze toestand van tijdelijke aard is levert hij
geen gevaar op voor het goed conserveren van de
reeds aanwezige etenswaren.
Voor een goed behoud van de diepvriesprodukten mag
de thermostaatknop, ongeacht de
omgevingstemperatuur, nooit lager dan op 1 worden
afgesteld.
Voor omgevingstemperaturen tot 25°-27°C dient de
thermostaatknop op een stand tussen 1 en 2 te worden
afgesteld en bij omgevingstemperaturen tot 32°C op een
stand tussen 2 en 3..
!
Open de deur van de diepvrieskast niet tijdens het
invriezen.
!
Wanneer de stroom wegvalt of wanneer er een storing
optreedt, dient u de deur van de diepvrieskast niet te
openen: de levensmiddelen blijven op deze manier nog
ongeveer 9 à 14 uur goed bewaard.
!
RODE lampje. Als dit RODE lampje aan gaat en aan
blijft, dan betekent het dat de vrieskast niet regelmatig
functioneert en dat de temperatuur te hoog wordt. (U
moet de Technische Dienst erbij halen)
Dit lampje kan voor een korte periode aangaan:
a) als de deur iets te lang open is geweest (voor het
inladen of eruit halen van levesnmiddelen);
b) het GELE lampje in te schakelen.
In deze gevallen betekent het aangaan van het RODE
lampje niet dat er een storing van de vrieskast is
opgetreden.