31
Nederlands
* Kontroleer het naamplaatje op het apparaat daar het apparaat afhankelijk van het verkocht wordt gewijzigd kan
worden.
Model
G10SD2
G12S2
G13SD
Voltage (verschillend van gebied tot gebied)*
(110V, 115V, 220V, 230V, 240V)
Opgenomen vermogen*
800 W
Toerental onbelast*
11000 min
_1
10000 min
_1
Slijpschijf
buitendiameter
×
binnendiameter
100
×
16 mm
115
×
22,23 mm 125
×
22,23 mm
omtrekssnelheid
72 m/s
80 m/s
Gewicht (alleen hoofdeenheid)
1,6 kg
TECHNISCHE GEGEVENS
STANDAARD TOEBEHOREN
(1) Slijpschijf ..................................................................... 1
(2) Sleutel ......................................................................... 1
(3) Handgreep .................................................................. 1
De standaard toebehoren kunnen zonder aankondiging
op ieder moment worden veranderd.
TOEPASSINGEN
䡬
Verwijdering van gietresten en eindafwerking van
verschillende staalkwaliteiten, brons-en
aluminiummate-rialen en gietdelen.
䡬
Het slijpen van gelaste stukken of van door brand-
snijden vervaardigde stukken.
䡬
Het slijpen van kunsthars, lei, baksteen, marmer,
etc.
VOOR BEGIN VAN WERK
1. Netspanning
Kontroleren of de netspanning overeenkomt met de
opgave op het naamplaatje.
2. Netschakelaar
Kontroleren of de netschakelaar op “UIT” staat.
Wanneer de stekker op het net aangesloten is, terwijl
de schakelaar op “AAN” staat, begint het
gereedschap onmiddellijk te draaien, hetwelk ernstig
gevaar betekent.
3. Verlengsnoer
Wanneer het werkterrein niet in de buurt van een
stopcontact ligt, dan moet men gebruik maken van
een verlengsnoer, dat voldoende dwarsprofiel en
voldoende nominaal vermogen heeft. Het
verlengsnoer moet zo kort mogelijk gehouden
worden.
4. Het aanbrengen en instellen van de beschermkap
De beschermkap is een beveiligingsinrichting,
waardoor schade verhinderd moet worden, wanneer
de slijpschijf tijdens het bedrijf zou breken. Er moet
op gelet worden, dat de kap juist aangebracht en
bevestigd is, voordat men met het slijpen begint.
Door het licht losdraaien van de
vergrendelingsschroef kan de beschermkap gedraaid
en in elke gewenste hoek ingesteld worden om een
maximaal prestatievermogen te bereiken.
Zekergesteld moet worden, dat de
vergrendelingsschroef na het instellen van de
beschermkap juist vastgedraaid wordt.
5.
Verder moet er op gelet worden, dat de te gebruiken
slijpschijf de juiste uitvoering is en zonder scheurtjes
en oppervlaktefoutjes is. Tevens moet er op gelet
worden, dat de slijpschijf juist gemonteerd en de
moer van de slijpschijf vast aangedraaid is. Zie het
punt “MONTEREN EN DEMONTEREN VAN DE
SLIJPSCHIJF”.
6. Het uitvoeren van een proefdraaiing
Zorg ervoor dat het slijpproduct op de juiste manier
gemonteerd en vastgezet is voor gebruik, laat het
gereedschap zonder belasting 30 seconden lang op
een veilige plek proefdraaien en stop onmiddellijk
als u trillingen voelt of andere problemen bemerkt.
In een dergelijk geval dient u de machine te
inspecteren om de oorzaak op te sporen.
7. Controleer de blokkeerstift
Controleer of de blokkeerstift los is door er een paar
keer op te drukken voor u het elektrisch gereedschap
aan zet (Zie
Afb. 2
).
8. Bevestigen van de handgreep
Schroef de handgreep in de behuizing vast.
9. RCD
Het gebruik van een reststroomapparaat met een
nominale reststroom van 30 mA of minder wordt
aanbevolen.
PRAKTISCH SLIJPWERK
1. Druk
Voor de levensduur van de machine en voor prima
werk is het belangrijk, dat de machine niet door te
sterke druk overbelast wordt. Bij het meeste gebruik
is het gewicht van de machine voor doeltreffend
slijpen voldoende. Te sterke druk leidt tot een
verminderd toerental, slecht afgewerkt oppervlak en
een overbelasting die de levensduur van de machine
zou kunnen verminderen.
2. Slijphoek
Niet de totale oppervlakte van de slijpschijf op het
te slijpen materiaal leggen. De machine moet in een
hoek van 15° – 30° gehouden worden, zoals
afgebeeld in
Afb. 1
, zodat de buitenkant van de
slijpschijf het werkstuk in een optimale hoek
aanraakt.
3.
Opdat een nieuwe slijpschijf zich niet in het werkstuk
graaft, moet het begin van het slijpwerk zo
uitgevoerd worden, dat de slijpmachine over het
werkstuk naar degene, die de machine bedient,
getrokken wordt (
Afb. 1 richting B
). Wanneer de
voorkant van de slijpschijf desbetreffend afgeslepen
is, kan het slijpen in beide richtingen uitgevoerd
worden.
05Ned_G10SD2_WE
12/12/13, 9:41
31