Elektrische tafelgrill Vital
NL
31
10. Het apparaat en het toebehoren laten
afkoelen en vervolgens reinigen (zie
hoofdstuk ‘Reinigen en opbergen’).
REINIGEN EN OPBERGEN
Opgelet!
■
Oude spij soliën en spij svetten zij n
geen afvalwater en moeten worden
afgedankt met het huisvuil.
■
Spuit nooit koud water tij dens of
direct na gebruik op de hete grillplaat.
Dit zou de anti-aanbaklaag kunnen
beschadigen!
■
Sproei geen reinigingsmiddelen recht-
streeks op het apparaat.
■
Het apparaat is
niet
geschikt voor de
vaatwasser.
■
Gebruik voor het reinigen geen
bij tende of schurende reinigingsmid-
delen of schuursponsjes. Deze kunnen
de oppervlakken aantasten.
Reinig het apparaat en het toebehoren na
elk gebruik, om de vorming van ziekte-
kiemen te voorkomen. Laat geen etens-
resten opdrogen.
1. Zorg ervoor dat het apparaat van het
stroomnet is gescheiden en volledig
afgekoeld is!
2. Alle etensresten verwij deren en de
vetopvangschaal (
7
) leegmaken.
3. Reinig de grillplaat (
1
)
met een voch-
tige doek en een beetje afwasmiddel.
Let erop dat er geen water in de ther-
mostaatconnector (
2
) terechtkomt!
4. Veeg de thermostaat (
4
) indien nodig
af met een zachte, vochtige doek.
5. De vetopvangschaal en het onder-
stel (
8
) met warm water en een beetje
afwasmiddel reinigen.
6. Alle delen volledig laten drogen of
afdrogen met een theedoek voor u ze
in elkaar zet of opbergt.
7. Berg het apparaat op een koele,
droge plek buiten bereik van kinderen
en dieren op.
OPLOSSEN VAN
PROBLEMEN
Wanneer het apparaat niet op de juiste
wij ze functioneert, dan kunt u nagaan of u
een probleem zelf kunt oplossen. Neem
contact op met de klantenservice als het
probleem met de hieronder genoemde
stappen niet kan worden opgelost.
Probeer niet om een elektrisch
apparaat zelf te repareren!
Het apparaat werkt niet.
De thermostaat (
4
) is niet goed aangeslo-
ten op de thermostaatconnector (
2
). Het
controlelampje (
10
) brandt niet.
►
Sluit de thermostaat correct aan.
De netstekker zit niet goed in de contact-
doos.
►
Steek de netstekker correct in de
contactdoos.
De contactdoos is defect.
►
Probeer een andere contactdoos.
Er is geen netspanning beschikbaar.
►
De zekering van de netaansluiting
controleren.
De zekering in de zekeringkast is
gesprongen.
Te veel apparaten aangesloten op
dezelfde stroomkring.
►
Verminder het aantal apparaten in de
stroomkring.