29
NL
de vastgesteld worden of bij storingen neemt u altijd contact op
met de klantenservice. Het apparaat mag tot de reparatie niet
gebruikt worden omdat dit tot verkeerd werken van het apparaat
kan leiden en de kans op verwonding kan verhogen.
■
Verander niets aan het apparaat, netsnoer, de netstekker of de
accessoires. Probeer nooit delen van het systeem zelf te repa-
reren om risico's te vermijden! Reparaties mogen alleen door de
erkende klantenservice worden uitgevoerd, anders komen alle
garantie- en aansprakelijkheidsclaims te vervallen.
■
Neem de reinigingsinstructies in het hoofdstuk ‘Reinigen en op-
bergen’ in acht!
GEVAAR – Gevaar voor een elektrische schok door water
■
Dompel het motorblok, het netsnoer en de netstekker nooit in water of andere vloei-
stoffen, en zorg ervoor dat deze niet in het water kunnen vallen of nat kunnen worden.
■
Het apparaat uitsluitend in gesloten ruimtes gebruiken en bewaren. Het apparaat niet
gebruiken in ruimtes met een hoge luchtvochtigheid.
■
Als het motorblok in het water valt, onderbreekt u meteen de stroomtoevoer. Probeer
niet om het uit het water te trekken, wanneer het is aangesloten op het lichtnet!
■
Gebruik het apparaat niet wanneer het niet goed functioneerde, op de grond of in het
water is gevallen. Laat het vóór ingebruikneming controleren in een gespecialiseerde
werkplaats.
■
Raak het motorblok, het netsnoer en de netstekker nooit aan met vochtige handen
wanneer deze onderdelen zijn aangesloten op het stroomnet.
WAARSCHUWING – Gevaar voor een elektrische schok door schade
en ondeskundig gebruik
■
Het apparaat alleen aansluiten op een contactdoos die is geïnstalleerd volgens de
voorschriften. De contactdoos moet ook na het aansluiten goed toegankelijk zijn,
zodat de verbinding met het lichtnet snel kan worden geïsoleerd. De netspanning
moet overeenstemmen met het typeplaatje van het apparaat. Gebruik alleen correct
werkende verlengsnoeren, waarvan de technische gegevens overeenstemmen met
die van het apparaat.
WAARSCHUWING – Brandgevaar
■
Gebruik het apparaat niet in ruimtes met licht ontvlambare of explosieve substanties.
■
Het apparaat niet gebruiken in de buurt van brandbaar materiaal. Leg geen brandba-
re materialen (bijv. karton, papier, kunststof) op of in het apparaat.
■
Dek het apparaat tijdens gebruik niet af, om ontbranden van het apparaat te voorko-
men. Zorg voor voldoende ventilatie, wanneer het apparaat in bedrijf is.