28
29
28
29
De zoomfunctie gebruiken
BASISGEBRUIK
Er zijn twee ingebouwde zoomfuncties: optische zoom en
digitale zoom. Bij het nemen van foto's kunt u op het voorwerp
in- of uitzoomen met de zoomhendel van de camera.
Zoomindicator (zie
“Digitale zoom” op
pagina 43).
Als de optische / digitale zoomfactor zijn maximale waarde
heeft bereikt, stopt deze tijdelijk. Laat het zoomwieltje los en
druk het weer in op hetzelfde moment. De optische zoom zal
automatisch naar digitale zoom overgaan.
De
Automatische
modus is de gemakkelijkste modus
om foto’s te maken. Wanneer u de camera in deze modus
gebruikt, optimaliseert het toestel automatisch uw foto’s voor
de beste resultaten.
Om het opnemen te starten, gaat u als volgt te werk:
1. Druk op de
aan / uit knop
om de camera in te schakelen.
2. Druk op de
mode
knop voor het selecteren van Automodus
(
).
3. Composeer uw foto op het LCD-scherm en druk de
sluiterknop halverwege in om zich op het onderwerp
scherp te stellen.
4. Het focusframe in het midden van het LCD gaat groen
branden als het onderwerp goed in focus staat.
5. Druk de
sluiterknop
volledig in om het beeld op te nemen.
Opnemen in de Automatische modus