Starten en stoppen
WAARSCHUWING! De hele
drijfwerkkast moet bevestigd zijn
voordat u de machine start,
anders kan de koppeling
loskomen en persoonlijk letsel
veroorzaken.
Verwijder de machine altijd
ongeveer 3 meter van de
tankplaats voordat u ze start.
Plaats de machine op een
stevige ondergrond. Denk eraan
dat de messen kunnen beginnen
bewegen bij het starten van de
motor. Zorg ervoor dat ze niet in
contact kunnen komen met een
voorwerp. Zorg ervoor dat er
geen onbevoegden in de
werkzone zijn, om risico’s op
ernstig persoonlijk letsel te
vermijden. De veiligheidsafstand
is 15 meter.
Koude motor
(1) Choke
Zet de chokeregelaar in chokestand
(2) Brandstofpomp:
Druk meermaals op het ontluchtingsmembraan
totdat de brandstof het membraan begint te vullen
(ongeveer 6 keer). Het membraan moet niet volledig
gevuld zijn.
(3) Starten
Houd de machine op de grond met uw linkerhand.
(OPGELET! Niet met uw voet!). Grijp de
starthandgreep, trek langzaam het koord uit met uw
rechterhand totdat u enige weerstand voelt (de
starterpallen grijpen), trek nu snel en krachtig aan
het koord. Draai het starterkoord nooit rond uw
hand.
(4, 5)
Duw de chokeregelaar terug in zijn oorspronkelijke
stand zodra de motor ontsteekt, en blijf proberen te
starten totdat de motor start.
OPGELET! Wanneer de chokeregelaar
teruggeduwd is in zijn oorspronkelijke stand, draait
de motor op een verhoogde snelheid, de
zogenaamde startgaspositie, en dan bewegen de
messen. De startgaspositie wordt vrijgemaakt door
met de gashendel te schakelen.