Fora ACTIVE P30 Plus Series, Руководство пользователя

Страница: 73 / 126

Handleiding ACTIVE P30 Plus-serie
NL-4
Uw bloeddruk testen
Voor de meting
• Vermijd cafeïne, thee, alcohol en tabak minstens 30 minuten
voor de meting.
• Wacht 30 minuten na een training of een bad voordat u de
meting uitvoert.
• Ga minstens 10 minuten voor de meting zitten of liggen.
• Voer geen meting uit wanneer u zich angstig of gespannen
voelt.
• Neem een pauze van 5-10 minuten tussen de metingen.
Afhankelijk van uw lichamelijke toestand kan deze pauze
langer duren indien dat nodig is.
• Bewaar de gegevens voor uw arts als referentie.
• Er kan een verschil in de bloeddruk op elke arm zijn. Meet uw
bloeddruk altijd op dezelfde arm.
De manchet aanpassen
1. Sluit de luchtplug van de slang aan op de luchtaansluiting van
het apparaat. (c)
2. Zet de manchet in elkaar.
Het gladde oppervlak moet zich aan de binnenkant van de
manchetlus bevinden en de metalen D-ring mag uw huid niet
raken.
Opmerking:
• Voordat u de manchet gebruikt, moet u ervoor zorgen dat de
manchetmaat geschikt is voor de omtrek van uw bovenarm.
3. Strek uw linkerarm (rechterarm) recht voor u uit met uw palm
omhoog gericht. Schuif en plaats de manchet op uw arm met
de luchtslang en het gebied met de adermarkering (in het
rood) naar de onderarm gericht.
Wikkel de manchet boven uw elleboog en trek het strak.
De rode lijn op de rand van de manchet moet ongeveer 2
tot 3 cm boven uw elleboog zitten. Lijn de slang uit over de
hoofdaderen aan de binnenzijde. (d)
4. Laat wat vrije ruimte tussen de arm en de manchet. U moet 2
vingers ertussen kunnen plaatsen.
5. Duw het haakmateriaal stevig tegen het poolmateriaal. De
boven- en onderranden van de manchet moeten gelijkmatig
worden aangespannen rond uw bovenarm.
Juiste meetpositie
1. Ga minstens 10 minuten voor de meting zitten.
2. Plaats uw elleboog op een plat oppervlak. Ontspan uw hand
met de palm omhoog gericht.
3. Zorg dat de manchet ongeveer op dezelfde hoogte als uw
hart is vastgemaakt. (e)
Belangrijk!
Als de manchet relatief lager (hoger) dan het hart is bevestigd,
kan de verkregen bloeddrukwaarde hoger (lager) zijn dan
de werkelijke waarde. Een hoogteverschil van 15 cm kan
resulteren in een fout van ongeveer 10 mmHg.