NEDERLANDS
Technische gegevens
De gevelkraan is voorzien van een terugslagklep met typegoedkeuring. Let op:
bij de modellen met sleutel kan het monteren van de sleutel de eerste paar
keer wat zwaar gaan.
(B–C) Montage
Monteer de gevelkraan door een muur met de uitloop naar buiten toe en
met het klephuis in een verwarmde ruimte. Het klephuis moet bereikbaar zijn
en moet zo worden geplaatst dat eventueel lekkende aansluitingen kunnen
worden ontdekt. Demonteer de as zoals op afbeelding D1.
Gat boren en buislengte (afbeelding B)
Boor een gat in de muur (Ø20–25 mm) met een helling van 2–3° naar buiten
toe. Zorg ervoor dat de gevelkraan een helling van 2° heeft. Als u het gat niet
goed boort, kan de buitenbuis stuk gaan en kunnen er storingen optreden.
Breng de buis aan door de muur en controleer aan de binnenkant of deze
moet worden ingekort. De buis moet minimaal 40 mm uitsteken. Als de
gevelkraan moet worden ingekort (zie afbeelding B–C), adviseren wij om een
buizensnijder te gebruiken.
Kort eerst de buitenbuis [1] zo in dat deze minimaal 40 mm uit de muur
steekt. Breng het afdekplaatje [4] aan en schuif dit tegen de muur. Mon-
teer vervolgens de moer [5], de conus [6] en het klephuis [7]. De buitenbuis
moet doorlopen tot aan het uiteinde van het klephuis. Draai de moer 1,5-2
omwenteling na de hand aandraaien. Het schroefdraad en de conus zijn af
fabriek ingevet om het aanhalen makkelijker te maken. Schuif de geleider [3]
van de asverlenging naar binnen (zodat deze er niet af wordt gesneden) en
kort vervolgens de asverlenging [2] evenveel in als de buitenbuis (afmeting
L). Schuur alle scherpe randen bij na het inkorten. Stel de geleider [3] zo bij
dat deze uitkomt op ca. 50 mm van het voorste uiteinde van de asverlenging
[2]. Plaats de asverlenging [2] in de buitenbuis [1] en controleer de afmeting
(afbeelding C:1) na het inkorten. De afmeting moet 39 ±1 mm bedragen als de
asverlenging tegen het uiteinde van het klephuis zit. In omgekeerde volgorde
terugplaatsen.
Bevestiging
Isoleer het gat rond de buis van de gevelkraan en schroef de gevelkraan vast.
Als voor het materiaal van de muur pluggen nodig zijn, boort u gaten met Ø10
mm en diepte 50 mm.
Na het aanhalen
Om spanningscorrosie tegen te gaan en om te controleren of de conus goed
zit, kunt u de moer losdraaien en de afstand meten tussen het uiteinde van de
buitenbuis en de aangehaalde conus. Die afstand moet ca. 11 mm bedragen
(zie afbeelding B). Vervolgens draait u de moer weer vast en haalt u verder aan
als dat nodig is.
Gebruik
De gevelkraan is voorzien van een zelfaftappend bovendeel. Telkens wanneer
de kraan wordt dichtgedraaid, wordt het water in de buis van de gevelkraan
afgetapt. Er loopt bij het dichtdraaien dus altijd wat water weg over de buiten-
kant van de gevelkraan.
In bepaalde gevallen, als er een lange slang is aangebracht met een afsluiter,
kan er een grotere hoeveelheid water worden afgetapt uit de gevelkraan. Om
dit te voorkomen, kunt u een terugslagklep (FMM 2981-1500) monteren op de
uitloop van de gevelkraan.
Bij gevaar voor bevriezing
Voor de winter moeten de snelkoppeling, de slang en de eventuele va-
cuümklep van de kraan worden verwijderd. Controleer vóór de winter ook of
er geen water uit de uitloop van de gevelkraan druppelt. Er kan zich dan ijs
vormen in de uitloop, waardoor de kraan kapot kan vriezen.
(D) Vervangen van asverlenging
Let op! Sluit de watertoevoer af. Maak de as [8] los zoals op afbeelding D1.
Vervang de asverlenging (afbeelding D2). Controleer of de verlenging de juiste
afmeting heeft volgens afbeelding C:1. Indien nodig kort u deze in. In omge-
keerde volgorde terugplaatsen. Sluit de gevelkraan door de as [8] rechtsom te
draaien tot deze niet verder gaat. Vervolgens schakelt u de watertoevoer weer
in.
FRANÇAIS
Caractéristiques techniques
Le robinet de jardin est équipé d’un clapet anti-retour homologué. Il est bon
de noter que sur les modèles avec clé, le montage de celle-ci peut s’avérer
difficile les premières fois.
(B–C) Montage
Le robinet de jardin se monte à travers le mur de fondation, avec la sortie
à l’extérieur et le corps de robinet à l’intérieur, dans un local chauffé. Le
corps de robinet doit être accessible et placé de manière à pouvoir détecter
d’éventuelles fuites dans les raccordements. Démonter la tige selon la fig. D1.
Perforations et longueurs des tubes (fig. B)
Percer dans le mur, avec un diamètre minimum de Ø 20 mm à 25 mm et une
pente vers l’extérieur de 2 à 3°. Veuillez noter que le robinet de jardin présente
une inclinaison de 2°. Si le perçage dans le mur n’est pas adéquat, le tube
extérieur risque de se casser et d’entrainer un défaut de fonctionnement.
Faire passer le tube dans le mur et vérifier à l’intérieur s’il est nécessaire de le
sectionner. Le tube doit dépasser d’au moins 40 mm. Si le robinet de jardin
doit être sectionné (voir fig. B–C), nous recommandons l’usage d’un coupe-
tube.
Couper d’abord tube extérieur [1] de sorte qu’il dépasse d’au moins 40
mm du mur. Enfiler la rosace [4] et la presser contre le mur. Engager ensuite
l’écrou [5], le raccord bicône [6] et le corps de robinet [7]. Le tube extérieur
doit arriver en butée dans le corps de robinet. Serrer l’écrou de 1,5-2 tour
après serrage à la main. Le fil et le cône sont revêtues en usine pour faciliter
le serrage. Monter le guidage en place [3] sur l’extension de tige de sorte qu’il
ne puisse pas être coupé et sectionner ensuite l’extension de tige [2] autant
que le tube extérieur (dim. L). Limer tous les bords acérés après la coupe.
Ajuster la position du guidage [3] de sorte qu’il se trouve à environ 50 mm
de l’extrémité avant de l’extension de tige [2] . Insérer l’extension de tige [2]
dans le tube extérieur [1] et vérifier la dimension (figure C:1) après la coupe. La
mesure doit être de 39±1 mm lorsque l’extension de la broche touche le fond du
boîtier de la soupape avec le ressort comprimé. Remonter dans l’ordre inverse.
Fixation
Isoler le trou autour du tube du robinet de jardin, puis visser le robinet de
jardin.
Si la nature de la cloison nécessite l’utilisation de chevilles, percer des trous
de Ø 10 mm de diamètre et de 50 mm de profondeur.
Après le serrage
Pour éviter la fissuration par corrosion sous contrainte et vérifier que le rac-
cord bicône a serré, retirer l’écrou et mesurer la distance entre l’extrémité du
tube extérieur et le raccord bicône enfoncé ; la cote doit être d’environ 11 mm
(voir figure B). Serrer ensuite l’écrou de nouveau, parfaire le serrage si néces-
saire.
Utilisation
Le robinet de jardin est équipé d’un corps supérieur auto-drainant. Chaque
fois que le robinet d’eau est fermé, l’eau se trouvant dans le tuyau du robinet
de jardin est évacuée. Chaque fois qu’on ferme le robinet, une petite quantité
d’eau s’écoule donc de l’extérieur du robinet du jardin.
Dans certains cas, lorsqu’un long tuyau équipé d’un dispositif d’arrêt est
monté, une plus grande quantité d’eau peut être évacuée du robinet de jardin.
Pour éviter cela, un clapet anti-retour (FMM 2981-1500) peut être monté sur
la sortie du robinet de jardin.
En cas de risque de gel
À l’approche de l’hiver, démonter le raccord rapide extérieur, le tuyau de jardin
et la vanne d’aspiration, le cas échéant. Vérifier également que le robinet de
jardin ne fuit pas à son orifice de sortie. Si c’était le cas, il risquerait de se
former de la glace à l’orifice de sortie, avec pour conséquence, un risque
d’éclatement.
(D) Remplacement de l’extension de tige
N. B. Couper l’arrivée d’eau. Démonter la tige [8] selon la fig. D1. Remplacer
l’extension de tige (fig. D 2). Vérifier que l’extension a la dimension correcte
comme indiqué sur la fig. C:1. Découper si nécessaire. Remonter dans l’ordre
inverse. Fermer le robinet de jardin en tournant la tige [8] dans le sens horaire
jusqu’à l’arrêt, puis ouvrir l’arrivée d’eau de nouveau.
6 (6)
Monteringsanvisning / Installation instructions
Trädgårdskran 4293/4294
Rev. 000 - 19.05.13. FMM nr 1007460
