ATLAS D ECO SI UNIT
58
NL
cod. 3541Q540 - Rev. 00 - 09/2018
Reiniging van de verwarmingsketel
1.
Schakel de stroom naar de verwarmingsketel uit.
2.
Verwijder het bovenste en onderste paneel aan de voorkant.
3.
Draai de knoppen op de deur los om de deur te openen.
4.
Maak de binnenkant van de verwarmingsketel en het volledige traject van de afge-
voerde rook schoon met een borstel of met druklucht.
5.
Bevestig de betreffende knop om de deur weer te sluiten.
Voor het reinigen van de brander raadpleegt u de aanwijzingen van de Fabrikant.
Toegang tot de elektrode en sproeier
•
Koppel de kabels van de elektroden van de transformator los en verwijder de fo-
toweerstand
1
, de koppeling
2
die de dieselleiding met lijn
3
van de sproeier verbin-
dt. Draai de schroeven
4
los en neem de unit sproeier-deflector-elektroden weg.
fig. 32
•
Draai de schroef
5
los om de deflector te verwijderen en de schroef
6
om de elek-
troden te verwijderen. Een goede reiniging van de sproeier wordt verkregen door
het filter te demonteren en de sneden en het verstuivingsgat met benzine schoon te
maken en met diesel te spoelen. Let er bij het hermonteren op om de elektroden-
deflector correct te plaatsen.
fig. 33
4.4 Oplossen van storingen
Diagnostiek
De verwarmingsketel is voorzien van een geavanceerd zelfdiagnosesysteem. Bij een
storing in de verwarmingsketel knippert het display samen met het storingssymbool (de-
tail 22 - fig. 1) en geeft de storingscode weer.
Er zijn storingen die permanente blokkering veroorzaken (aangeduid met de letter “
A
”):
om de werking te resetten op de toets RESET drukken (detail 8 - fig. 1) gedurende 1 se-
conde drukken of de optionele klokthermostaat (optioneel) met afstandsbediening RE-
SETTEN, indien geïnstalleerd; indien de ketel niet start de storing oplossen die
aangeduid wordt met de bedrijfslampjes.
Andere storingen zorgen voor tijdelijke blokkering (aangeduid met de letter “
F
”) die au-
tomatisch worden opgeheven zodra de waarde weer binnen het normale werkingsbereik
van de verwarmingsketel komt.
Sommige storingen van de circulatiepomp worden aangegeven door de led naast de
snelheidskeuzeknop (fig. 34).
fig. 34
Tabella. 3- Overzicht storingen
3
2
4
1
4
5
6
Code
storing
Storing
Mogelijke oorzaak
Oplossing
A01
Blokkering van de
brander
Pomp geblokkeerd
Vervangen
Elektromotor defect
Vervangen
Olieklep defect
Vervangen
Er zit geen brandstof in de tank of er zit
water op de bodem
Brandstof bijvullen of water afzui-
gen
Toevoerkleppen olieleiding gesloten
Openmaken
Filters vuil (leiding- pomp-sproeier)
Schoonmaken
Pomp zuigt niet aan
Inschakelen en oorzaak van uit-
schakelen opsporen
Ontstekingselektroden slecht geregeld of
vuil
Afstellen of schoonmaken
Sproeier verstopt, vuil of vervormd
Vervangen
Regelingen kop en schuif niet geschikt
Afstellen
Elektroden defect of naar massa
Vervangen
Ontstekingstransformator defect
Vervangen
Elektrodekabels defect of naar massa
Vervangen
Elektrodekabels vervormd door hoge
temperatuur
Vervangen en afschermen
Elektrische aansluitingen klep of transfor-
mator verkeerd
Controleren
Motor-pompkoppeling kapot
Vervangen
Aanzuiging pomp verbonden met retour-
leiding
Aansluiting corrigeren
Fotoweerstand defect
Vervangen
Fotoweerstand vuil
Fotoweerstand reinigen
A02
Vlamsignaal aanwezig
bij uitgeschakelde
brander
Kortsluiting in fotoweerstand
Fotoweerstand vervangen
Vreemde lichtbron raakt de fotoweerstand Lichtbron verwijderen
A03
Inwerkingtreding
beveiliging tegen te
hoge temperatuur
Verwarmingssensor beschadigd
Controleer of de plaatsing en
werking van de verwarmingssensor
correct zijn
Onvoldoende watercirculatie in de instal-
latie
Controleer de circulatiepomp.
(Zie tabella 4)
Lucht in de installatie
Ontlucht de installatie
A04
Storing parameters
kaart
Onjuiste instelling parameter kaart
Controleer en wijzig eventueel de
parameter kaart
F07
Storing voorverwar-
mer (het contact wordt
niet binnen 120 secon-
den gesloten)
Breuk in bedrading
Controleer de bedrading
F09
Storing parameters
kaart
Onjuiste instelling parameter kaart
Controleer en wijzig eventueel de
parameter kaart
F10
Storing sensor druk-
zijde 1
Sensor beschadigd
Controleer de bedrading of vervang
de sensor
Kortsluiting in bedrading
Breuk in bedrading
F11
Storing parameters
kaart
Onjuiste instelling parameter kaart
Controleer en wijzig eventueel de
parameter kaart
F12
Storing parameters
kaart
Onjuiste instelling parameter kaart
Controleer en wijzig eventueel de
parameter kaart
F14
Storing sensor druk-
zijde 2
Sensor beschadigd
Controleer de bedrading of vervang
de sensor
Kortsluiting in bedrading
Breuk in bedrading
F16
Storing parameters
kaart
Onjuiste instelling parameter kaart
Controleer en wijzig eventueel de
parameter kaart
F34
Voedingsspanning
lager dan 170V.
Problemen met het elektriciteitsnet
Controleer het elektriciteitsnet
F35
Abnormale netfre-
quentie
Problemen met het elektriciteitsnet
Controleer het elektriciteitsnet
F37
Druk van waterinstalla-
tie verkeerd
Druk te laag
Vul de installatie
Sensor beschadigd
Controleer de sensor
F39
Storing sonde buiten-
temperatuur
Sonde beschadigd of kortsluiting in
bedrading
Controleer de bedrading of vervang
de sensor
Sonde niet aangesloten na activeren van
de weersafhankelijke temperatuur
Sluit de buitensonde weer aan of
deactiveer de weersafhankelijke
temperatuur
F40
Druk van waterinstalla-
tie verkeerd
Druk te hoog
Controleer de installatie
Controleer de veiligheidsklep
Controleer het expansievat
A41
Plaats sensoren
Sensor drukzijde niet aangebracht in
ketelbehuizing
Controleer of de plaatsing en
werking van de verwarmingssensor
correct zijn
F42
Storing verwarmings-
sensor
Sensor beschadigd
Vervang de sensor
F47
Storing sensor water-
druk installatie
Breuk in bedrading
Controleer de bedrading