![Farmcomp OLLI 100 Скачать руководство пользователя страница 77](http://html1.mh-extra.com/html/farmcomp/olli-100/olli-100_operating-instructions-manual_3473193077.webp)
NL
Richtlijnen betreffende de installatie en aansluiting van elektrische
schrikdraadinstallaties
•
Elektrische schrikdraadinstallaties dienen zodanig te worden geïnstalleerd, gebruikt en onderhouden dat het
gevaar voor personen, dieren en hun omgeving tot een minimum wordt beperkt.
•
Elektrische schrikdraadinstallaties mogen niet zodanig worden aangelegd dat dieren of personen erin
verstrikt zouden kunnen raken.
•
Een elektrische schrikdraadinstallatie mag niet van stroom worden voorzien door twee aparte
voedingsapparaten of een onafhankelijk stroomcircuit van dezelfde generator.
•
Vermijd dat lichaamsdelen, in het bijzonder het hoofd, de nek en de romp in contact komen met de
prikkeldraadafrastering van elektrische schrikdraadinstallaties. Klim niet over, door of onder een elektrische
schrikdraadinstallatie. Gebruik een hek of een speciaal ontworpen oversteekplaats.
•
Bij twee afzonderlijke elektrische schrikdraadinstallaties die van stroom worden voorzien door aparte
generatoren met een autonome timer, dient de afstand tussen de prikkeldraadafrastering van de twee
elektrische schrikdraadinstallaties minstens 2,5 m te bedragen. Indien deze ruimte gesloten dient te worden,
dient dit te gebeuren door middel van elektrisch isolerend materiaal of een geïsoleerde metalen afsluiting.
•
Prikkeldraad mag niet onder stroom worden gezet door een generator.
•
Een niet-elektrische afrastering van prikkeldraad mag worden gebruikt om een of meerdere onder stroom
staande draden van een elektrische schrikdraadinstallatie te ondersteunen. De ondersteunende apparaten
voor de onder stroom staande draden dienen zodanig te worden geconstrueerd dat deze draden op een
afstand van minstens 150 mm van het verticale vlak van de niet onder stroom staande draden worden
geplaatst. De prikkeldraad dient regelmatig te worden geaard.
•
Neem de aardingsvoorschriften in acht van de fabrikant van het voedingsapparaat.
•
De afstand tussen de aardingselektrode van de generator en alle mogelijke andere onderdelen die
verbonden zijn met het aardingssysteem, zoals de beschermende aarding van het
stroomvoorzieningssysteem of de aarding van het telecommunicatiesysteem, dient minstens 10 m te
bedragen.
•
Verbindingskabels in gebouwen dienen te worden afgeschermd van de geaarde structurele onderdelen van
het gebouw, bijvoorbeeld door gebruik te maken van een geïsoleerde hoogspanningskabel.
•
Verbindingskabels die zich onder de grond bevinden, dienen te worden voorzien van geïsoleerd materiaal.
Anders dienen hoogspanningskabels te worden gebruikt. Vermijd dat schade wordt toegebracht aan de
verbindingskabels door paardenhoeven of tractorwielen die in de bodem dringen.
•
Verbindingskabels mogen niet worden geïnstalleerd in dezelfde kabelbuis als de bedrading van de
elektrische voeding, communicatiekabels of gegevenskabels.
•
Verbindingskabels en de prikkeldraadafrastering van elektrische schrikdraadinstallaties mogen niet boven
bovengrondse elektriciteits- of communicatieleidingen worden geplaatst.
•
Een kruising met bovengrondse elektriciteitsleidingen dient waar mogelijk te worden vermeden. Wanneer
een dergelijke kruising niet kan worden vermeden, dient deze kruising onder de stroomdraden en indien
mogelijk in een rechte hoek ten opzichte van de elektrische leiding te worden geplaatst.
•
Indien verbindingskabels en de prikkeldraadafrastering van een elektrische schrikdraadinstallatie in de
nabijheid van een bovengrondse elektrische leiding zijn geplaatst, mag de afstand tot de bodem niet minder
bedragen dan de afstand vermeld in tabel 1.
•
Tabel 1
– Minimumafstand tussen de bodem en elektriciteitsleidingen voor elektrische schrikdraadinstallaties
•
Indien verbindings-kabels en elektrische schrikdraadinstal-laties in de nabijheid van een bovengrondse
elektriciteitsleiding zijn geplaatst, mag hun afstand ten opzichte van de bodem niet meer dan 3 m bedragen.
•
Deze hoogte is van toepassing op elke zijde van de orthogonale projectie van de buitenste kabels van de
elektriciteitsleiding op de bodem. Concreet gaat het om een afstand van
– 2 m voor elektriciteitsleidingen met een normaal voltage van maximum 1 000 V;
– 15 m voor elektriciteitsleidingen met een normaal voltage van meer dan 1 000 V.
•
Voor elektrische schrikdraadinstallaties bedoeld om vogels, huisdieren of vee zoals koeien af te schrikken, is
een stroomvoorziening door generatoren met een laag uitgangsvermogen voldoende voor een bevredigend
Voltage elektriciteitsleiding
V
afstand
m
≤ 1 000
> 1 000 en
≤ 33 000
> 33 000
3
4
8
Содержание OLLI 100
Страница 2: ......
Страница 37: ...RU OLLI 100 300 600 950 1000 Olli 1 Olli 2 PZ2 Olli Digi Tester Olli Super Tester 2 3 4...
Страница 38: ...Olli 100 Olli 300 600 950 1000 Olli 950 Olli 10 000 5 5 1 Olli Olli 100 300 1 Olli 5 2 10 6...
Страница 40: ...0 4 6 20 10 Olli 1000 10 1 10 2 1 2 5 15 3 4 0 2 5 5 2...
Страница 41: ...1 2 50 150 3 0 3 5 3 3 Olli Olli...
Страница 73: ...RU 2 5 150 10 1 1 3 2 1000 1 000 1 000 33 000 33 000 3 4 8...
Страница 74: ...15 1000 100 200 25 1 14 16 29 IPX4...