37
NEDERL
ANDS
ELEKTRISCHE AANSLUITING
(Uitsluitend voorbehouden aan personeel, gekwalificeerd voor de aansluiting)
Ontkoppel de afzuigkap van het elektriciteitsnet voordat u handelingen gaat uitvoe-
ren.
Zorg ervoor dat de draden in de kap niet worden afgesloten of doorgesneden:
anders contact opnemen met het dichtst bijzijnde servicebedrijf.
Wendt u tot gekwalificeerd personeel om de elektrische aansluiting te laten uitvoeren.
De aansluiting dient plaats te vinden in overeenstemming met de wettelijke voorschriften die
van kracht zijn.
Voordat de afzuigkap op het elektriciteitsnet wordt aangesloten, moet u controleren of:
• de netspanning overeenstemt met de spanning, vermeld op het etiket in de afzuigkap;
• de elektrische installatie voldoet aan de normen en de belasting kan verdragen (raadpleeg het
plaatje met technische kenmerken in de kap);
• de voedingsstekker en -kabel niet in contact komen met temperaturen die hoger liggen dan 70
°C;
• de voedingsinstallatie is uitgerust met een efficiënte, correcte aarde-aansluiting, in overeenstem-
ming met de geldende normen;
• het gebruikte stopcontact gemakkelijk bereikbaar is als de afzuigkap is geïnstalleerd.
In geval van:
• toestellen met kabel zonder stekker: een "genormaliseerde" stekker gebruiken. De draden moeten
als volgt aangesloten worden: geel-groen voor de aarde, blauw voor neutraal en bruin voor de
fase. De stekker dient op een passend stopcontact aangesloten te worden.
• afzuigkappen niet voorzien van een voedingskabel en stekker waarmee ze van het stroomnet
afgesloten kunnen worden, met een openingsafstand tussen de contacten die in de omstandig-
heden van overspanningscategorie III een volledige uitschakeling mogelijk maakt.
Deze afsluitingsapparatuur moet voorzien worden op het voedingsnet, in overeenstemming met
de installatienormen.
De geelgroene aardkabel mag niet door de schakelaar worden onderbroken.
De fabrikant wijst alle verantwoordelijkheid af indien de veiligheidsnormen niet worden nageleefd.
ROOKAFVOER
KAP MET AFVOER NAAR BUITEN (ZUIGKAP)
In deze versie wordt de rook en damp via een afvoerbuis naar buiten af-
gevoerd.
Hiervoor moet de uitlaatfitting van de kap via een buis met een externe
uitgang aangesloten worden.
De afvoerbuis dient te voldoen aan het volgende:
• een diameter die niet kleiner mag zijn dan die van de uitblaas van de motor.
• een lichte helling naar beneden (val) om te vermijden dat de condens naar de motor
terugvloeit.
• zo weinig mogelijk bochten gebruiken.
• een minimumlengte, noodzakelijk om trillingen te vermijden en te voorkomen dat het zuig-
vermogen vermindert.
Als de leiding door koude omgevingen gaat, moet ze geïsoleerd worden.
Bij motoren van 800m
3
/h of meer is een terugslagklep aanwezig om terugstroming van de
lucht te vermijden.
Deviatie voor Duitsland:
wanneer toestellen gevoed met andere energie dan elektriciteit gelijktijdig met de dampkap in werking
zijn, mag de negatieve druk in de kamer niet meer dan 4 Pa (4 x 10-5 bar) bedragen.
KAP MET INTERNE CIRCULATIE (FILTERKAP)
Bij deze versie gaat de lucht door de actieve koolstoffilters om gezuiverd en
gerecycled te worden in de omgeving.
Controleer of de actieve koolstoffilters op de kap gemonteerd zijn. Als dit
niet het geval is, moet u ze aanbrengen zoals aangegeven in de monta-
ge-instructies.
Voor deze versie moet de terugslagklep niet gemonteerd worden: als ze op de lucht-
uitlaatfitting van de motor aanwezig is, moet ze verwijderd worden.
MONTAGE-INSTRUCTIES
dit deel is uitsluitend voorbehouden aan bevoegd personeel
De kap kan in verschillende configuraties geïnstalleerd worden.
De algemene punten gelden voor elke configuratie. Volg echter de punten die
overeenstemmen met de gewenste installatie.
WERKING
WANNEER MOET DE KAP INGESCHAKELD WORDEN?
Zet de kap minstens een minuut voordat u gaat koken aan daar dit een luchtstroom bevordert
om de dampen naar het zuigoppervlak te leiden.
Op het einde van de bereidingen moet u de kap in werking laten tot alle dampen en geuren
volledig zijn weggezogen: via de timer kunt u eventueel de uitschakeling van de kap instellen
zodat ze na 15 minuten automatisch uitgaat.
WELKE SNELHEID MOET U KIEZEN?
I snelheid:
houdt met laag energieverbruik de lucht zuiver.
II snelheid:
bij normale gebruiksomstandigheden.
III snelheid:
bij aanwezigheid van een sterke geur en veel damp.
IV snelheid:
voor een snelle verwijdering van geuren en dampen.
WANNEER MOET U DE FILTERS WASSEN OF VERVANGEN?
De metalen filters moten om de 30 uren gereinigd worden.
De actieve koolstoffilters moeten om de 3-4 maanden vervangen worden, al naargelang het
gebruik van de kap.
Voor verdere details het hoofdstuk
“ONDERHOUD” raadplegen.
TOUCH KNOPPENPANEEL
AA
N/UIT (rode led uit)
In-/uitschakeling motor en snelheid 1
AAN
/UIT (knipperende rode Led)
Indien langer dan 3 seconden ingedrukt, activeert het de 24h-cyclus (1 uur
aan -> 3 uur uit -> 1 uur aan) De functie wordt gedeactiveerd (rode led uit) als:
- de motor uitgaat (
toets).
- Na 24h.
Activering Snelheid 2
Activering Snelheid 3
800
m
3
/h
Activering Snelheid 4 slechts gedurende enkele mi
nuten, vervolgens
wordt de snelheid 3 geactiveerd
In-/uitschakeling licht
TIMER
(Knipperende rode led)
Automatische uitschakeling na 15 min.
De functie wordt gedeactiveerd (rode led uit) als:
- de motor uitgaat (
toets).
- de snelheid wordt gewijzigd.
FILTERALARM
(rode led vaste met motor OFF
)
Onderhoud vetfilters na ongeveer 30 bedrijfsuren.
Druk 3 seconden om de uurteller te resetten.
800
m
3
/h
Содержание VERSO1420
Страница 13: ...13 15 V3 x4 KACL941 ...
Страница 54: ...54 NOTE NOTES ...
Страница 55: ...55 NOTE NOTES ...