GEBRUIKSAANWIJZING
VENTILATORREGELING (AAN/UIT & SNELHEID)
Gebruik de standenschakelaar voor het in-/ uitschakelen en het
aanpassen van de snelheid van de ventilator. Zet de draaiknop op ON
om de ventilator aan te zetten. De ventilator heeft vier standen: 0 =
uit, 1 = laag, 2 = middel, 3 = hoog.
VENTILATORREGELING TIMER
Gebruik de draaiknop om de ventilator via de timer in te schakelen.
Na het instellen zal de ventilator de gedurende de ingestelde tijd
werken. De ventilator kan weer uitgezet worden door de
draaischakelaar op OFF te zetten.
ONDERHOUD INSTRUCTIES
De ventilator heeft weinig tot geen onderhoud nodig. Probeer de ventilator niet zelf te repareren,
Als
de ventilator is beschadigd of , neem dan contact op met de leverancier of een erkend reparatie bedrijf.
ONDERHOUD:
1.
Haal de stekker uit het stopcontact en maak de ventilator spanningsloos voordat u de
ventilator schoonmaakt, in elkaar zet of uit elkaar haalt.
2.
Zorg voor voldoende luchtcirculatie naar de motor, houd de ventilatieopeningen aan de voor
en achterkant van de ventilatormotor stof en vuilvrij. U kunt een stofzuiger gebruiken om deze
ventilatieopeningen te reinigen. Haal altijd de stekker uit het stopcontact voordat u de
ventilator reinigt. Demonteer de ventilator niet om pluizen te verwijderen.
3.
Veeg de buitenste poorten af met een zachte doek met een mild schoonmaakmiddel. Gebruik
geen schurend schoonmaakmiddel of oplosmiddelen om krassen op het oppervlak te
voorkomen.
4.
Laat geen water of andere vloeistoffen in de motorbehuizing of andere inwendige delen van
de ventilator terechtkomen.
5.
Als het netsnoer is beschadigd, mag de ventilator ten alle tijden niet gebruikt worden. U dient
de ventilator bij een erkend reparatiebedrijf ter reparatie worden aangeboden.
6.
Vervang zelf nooit onderdelen aan de ventilator.
ONDERSTEUNING
Alle beschikbare informatie en onderdelen zijn te vinden op
