30
Molift EvoSling / www.etac.com
1. Vraag de gebruiker voorover
te buigen en ondersteun hem/
haar indien nodig. Schuif de
sling naar beneden ter hoogte
van het stuitbeen. Zorg dat de
bovenkant van de sling zo is
geplaatst dat het hoofd van de
gebruiker wordt ondersteund.
2. Trek de beensteunen naar voren en plaats ze onder de dijen
van de gebruiker. Plaats beide beensteunen overlappend onder
beide benen. Gebruik het aanbrengvak op de beensteun om
het aanbrengen eenvoudiger te maken. Zorg dat de tilbanden
aan beide kanten dezelfde lengte hebben en dat de sling zonder
vouwen onder de dijen van de gebruiker is geplaatst.
3.Trek de beenbanden door de been-
bandlussen, aan elke kant één, voordat
u de 4 tilbanden aan de ophanging
bevestigt. Zorg dat de tilbanden rechts
en links met dezelfde lengte worden
bevestigd. De bovenste banden en de
beenbanden kunnen met verschillende
kleuren aan de ladderlus worden
bevestigd om te zorgen dat de sling
comfortabel en veilig is.
Til de gebruiker nooit hoger dan noodzakelijk
om de transfer goed te kunnen uitvoeren.
Vergeet niet dat de wielen op een mobiele lift
NIET vergrendeld moeten zijn.
Laat de gebruiker tijdens het tillen nooit
alleen achter.
De tillift mag niet worden gebruikt om
gebruikers over hellende vlakken op te tillen
of te verplaatsen.
Bij het verplaatsen van de gebruiker naar een zittende positie kunt
u hem/haar met de volgende technieken zo ver mogelijk naar
achteren plaatsen (gebruik A of B):
A Druk voorzichtig op de knieën van de gebruiker om hem of
haar in de richting van de rugleuning van de stoel te sturen.
B Kantel de zitting naar achteren.
De gebruiker moet met zijn of haar gezicht
naar de tilvoorziening zitten bij het optillen
uit of plaatsen in een stoel.
In zitpositie laten zakken
Vermijd hoogpolig tapijt, hoge drempels, ongelijkmatige
oppervlakken of andere obstakels die de zwenkwielen kunnen
blokkeren. De lift kan onstabiel worden als hij over dergelijke
obstakels beweegt, waarbij de kans op omslaan toeneemt.
Wees voorzichtig tijdens het verplaatsen. De gebruiker kan bij het
draaien, stoppen en starten bewegen. Wees voorzichtig wanneer
u vlak bij meubilair en dergelijke manoeuvreert om te voorkomen
dat de gebruiker tegen deze voorwerpen botst.
1. Controleer of de sling correct rond de gebruiker is
aangebracht en of de bandlussen op de juiste wijze aan de
ophanghaken zijn bevestigd.
2. Blijf tillen totdat de tilbanden strak staan zonder dat de
gebruiker wordt opgetild. Zorg dat alle vier lussen van de
sling stevig zijn bevestigd zodat de gebruiker niet wegglijdt
of uit de sling valt.
3. Til de gebruiker op en verplaats hem.
Als de gebruiker in de sling wordt verplaatst, moet u naast de
persoon staan die u gaat optillen. Zorg ervoor dat armen en
benen de stoel, het bed enz. niet kunnen belemmeren.
Transfer
Zittende positie - Sling aanbrengen
Til de rolstoel niet per ongeluk op met de gelei-
derhandgrepen! Te veel druk op de handgrepen
kan ertoe leiden dat de sling scheurt.