- 31 -
Beveiliging tegen oververhitting:
Het apparaat is uitgerust met een beveiliging tegen oververhitting. Als de pot of pan te warm wordt, wordt
het apparaat automatisch uitgeschakeld en gaat het alarm af. Als dit zich voordoet, wacht enkele minuten
om het apparaat te laten afkoelen. Het apparaat zal vervolgens opnieuw normaal werken.
GESCHIKT EN ONGESCHIKT KOOKGEREI
1.
Geschikte pannen en potten
Potten en pannen van staal, gietijzer, geëmailleerd staal en roestvrij staal, voorzien zijn van een platte
bodem en een diameter van 12 tot 22 cm hebben.
2.
Ongeschikte potten en pannen
Potten en pannen van hittebestendig glas, keramiek, koper en aluminium, voorzien zijn van een bolvormige
bodem en een diameter van minder dan 12 cm hebben.
REINIGING EN ONDERHOUD
1.
Haal de stekker uit het stopcontact en wacht totdat het apparaat volledig is afgekoeld. Reinig het
apparaat na elk gebruik.
2.
Als de pannen/potten voor gebruik niet worden gereinigd, kan dit verkleuring of vlekken op de
kookplaat veroorzaken.
3.
Reinig de inductiekookplaat niet met benzine, verdunner, een schrobborstel of een polijstmiddel.
4.
Reinig met een beetje afwasmiddel en een vochtige doek.
5.
Gebruik een stofzuiger om vastzittend vuil uit de luchtinlaat en -uitlaat op te zuigen.
6.
Laat nooit water op het apparaat stromen (indringend water kan storing veroorzaken).
PROBLEEMOPLOSSING
Raadpleeg onderstaande tabel wanneer er een foutcode op het digitaal display wordt weergegeven.
Foutcode
Mogelijke redenen
Oplossing
E0
Geen pot/pan op de plaat.
Ongeschikte pot/pan op de plaat
Plaats een geschikte pot/pan
op de plaat.
E1
Voedingsspanning is te laag (lager
dan 85V)
Controleer de voeding. Schakel
opnieuw in nadat voeding
opnieuw normaal is.
E2
Voedingsspanning is te hoog
(hoger dan 275V)
Controleer de voeding. Schakel
opnieuw in nadat voeding
opnieuw normaal is.