56
STARTEN VAN DE MOTOR
Raadpleeg de bijgevoegde handleiding voor
gebruik en onderhoud van de motor.
Controleer altijd, voordat u de motor gaat
starten, of:
- Er brandstof in de tank zit.
- Er tot het juiste peil olie in de transmissiekast
zit (Afb. 6, detail A).
- De versnellingshendel (Afb. 7, detail A) in
de neutrale stand (N) staat.
- Het gashendeltje op halverwege de slag
staat.
- De schakelaar op de startpositie staat (Afb.
8, detail B).
- Hendel F (afb. 9) in de positie van de
gesloten klep staat.
- Neem de starthandgreep (Afb. 9, detail E)
met één hand beet, trek voorzichtig tot de
pal vastgekoppeld wordt en geef vervolgens
een harde ruk.
Wanneer de motor gestart is, mag het
koord niet een één keer losgelaten worden
maar moet begeleid worden tot het volledig
teruggewikkeld is.
Zet hendel F opnieuw in de positie van de
geopende klep.
- Om de motor uit te schakelen, gebruikt u
de uitschakeling (Afb. 8, detail B) die u naar
rechts of naar links draait.