38
In geval van storingen, voordat U zich tot de assistentie
service wendt, minstens 5 seconden het apparaat van de
elektrische voeding doen, door de stekker uit te trekken, en
daarna weer invoeren. In het geval dat de storing blijft
voortbestaan, wendt U zich tot de assistentie service.
Elektronisch model met sensor
1 2 3 S
F C
Sensor
Reset
0/I
T1
T2
T3
T4
T5
1 2 3 4
T1.
Afzuigkap On/Off knop
T2.
Toets voor de cyclische toename van de motorsnelheid.
Door eenmaal te drukken gaat snelheid 1 aan. Voor
iedere snelheid gaat er een Led aan (1-2-3). Voor de
intensieve snelheid gaat Led 4 knipperen.
Na 5 minuten gaat de afzuigkap van de intensieve
snelheid over tot de tweede snelheid. Als op de toets T2
wordt gedrukt, voordat de 5 minuten voorbij zijn, keert de
afzuigkap terug in de eerste snelheid.
T5.
Lichten On/Off knop
Filter signalering
(deze functie werkt als de kap aan is): de signalering van
het vetfilter heeft plaats na 80 werkuren (Led 1 knippert).
De signalering van het koolstoffilter heeft plaats na 320
werkuren (Led 2 knippert). In het geval dat beide
aanwijzingen, van vetfilter en koolstoffilter, tegelijk
aangaan, knipperen Led 1 en Led 2 achterelkaar.
Reset filter signalering:
Druk 3 seconden lang op toets T4 totdat Led 1 (vetfilter)
uitgaat. Indien de signalering voor beide filters (vet- en
koolstoffilter) aangaat herhaal de zojuist omschreven
handeling: door eerst op T4 te drukken gaan Led 1 en
Led 2, die achterelkaar knipperen, uit; meteen hierna
gaat Led 2 weer knipperen, druk dan weer drie seconden
lang op T4. Een pieptoon geeft elke keer aan dat de
handeling is uitgevoerd.
Activering van de koolstoffilter signalering:
de afzuigkap is alleen ingesteld voor de vetfilter
signalering. Om ook de koolstoffilter signalering te
activeren:
met de kap op Off, druk drie seconden lang op de
toetsen T2 en T4. Het knipperen van Led 1 en Led 2
geeft aan dat de instelling plaats heeft gehad.
Om de koolstoffilter signalering weer uit te schakelen
herhaal deze handeling (altijd met de afzuigkap op Off).
Een pieptoon geeft elke keer aan dat de handeling is
uitgevoerd.
Automatische kalibratie:
Het systeem voert ongeveer om de 30 minuten een
automatische kalibratie uit (kalibratie van de
werkingsparameters van de sensoren).
Handbediende kalibratie:
Met de afzuigkap op Off, druk ongeveer 3 seconden lang
op de toetsen T3 en T4 totdat de pieptoon luidt.
Automatische werking:
om de automatische werking in te schakelen druk op de
toets T3:
Led 4 gaat aan. Om weer terug te keren naar de
manuele werking,
druk op toets T1, T2 of T3.
Sensoren Test:
de sensoren test wordt gedurende de automatische
werking voortdurend uitgevoerd. In het geval van een
storing knipperen alle lampjes tegelijk: als dit gebeurt
keer terug naar de manuele werking door op de toetsen
T1, T2 of T3 te drukken.
Selectie van het kookvlak:
deze handeling optimaliseert de automatische werking
van de afzuigkap: met de kap op Off druk 3 seconden
lang op de toetsen T2 en T3 per totdat het in gebruik
zijnde kookvlak wordt weergegeven:
gasvlak - Led 1 aan
inductievlak - Led 2 aan
elektrisch kookvlak - Led 3 aan.
Selecteer het gewenste kookvlak door op T2 te drukken,
druk vervolgens tegelijkertijd 3 seconden lang op T2 en
T3 tot het piepgeluid. Aan het einde gaat de afzuigkap
uit.
De default status is die van het gasvlak.
Attentie: voer deze handeling uit als de afzuigkap voor de
eerste keer aangezet wordt.
Onderhoud
Attentie! Koppel, voor ieder onderhoud, eerst de
wasemkap van het elektriciteitsnet af door de stekker weg
te trekken of door de hoofdschakelaar van de woning uit
te schakelen.
Schoonmaak
De kap moet regelmatig schoon gemaakt worden, zowel
binnen als buiten (tenminste met dezelfde regelmaat waarmee
de vetfilters gereinigd worden). Gebruik voor het reinigen een
doek die u vochtig maakt met een beetje neutraal vloeibaar
reinigingsmiddel. Gebruik geen producten die schuurmiddelen
bevatten.
GEEN ALCOHOL GEBRUIKEN!
Attentie:
Als u deze aanwijzingen m.b.t. reiniging van het
apparaat en vervanging resp. reiniging van de filters niet
opvolgt, kan dat tot brand leiden. Deze aanwijzingen beslist
opvolgen!
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade aan de motor of
schade t.g.v. brand die het gevolg zijn van ondeskundig
onderhoud of niet opvolgen van de bovengenoemde
veiligheidsvoorschriften.
Vetfilter
afb. 2
Moet eenmaal per maand worden gereinigd (of als de
aanwijzer verzadigde filters – indien aanwezig op het model in
Uw bezit – deze noodzaak aangeeft) met neutrale
reinigingsmiddelen, met de hand of in de vaatwasmachine op