nederlands
Plaatsing van de sensor bij
stads- en aardgas (methaan CH4):
Monteer de externe sensor op een hoogte van 15-
30 cm onder het plafond, maar niet op een grotere
afstand dan 4 m van het gasapparaat. Let op: de sen
-
sor moet boven de hoogste deur- en raamopening
van de kamer aangebracht worden.
Stads- en aardgas (methaan) zijn lichter dan lucht en
komen daardoor altijd naar boven.
Plaatsing van de sensor bij vloeibaar
gas (propaan C3H8 / butaan C4H10):
Monteer de externe sensor op een hoogte van 15-30
cm boven de vloer, maar niet op een grotere afstand
dan 4 m van het gasapparaat. Vrijkomend vloeibaar
gas is zwaarder dan lucht en zakt tot op de grond.
Het breidt zich daar uit, net zoals water, echter gas-
vormig en zoekt steeds het laagste punt.
Het waarschuwingsapparaat mag op volgende locaties niet bediend worden:
Plaatsen, die bij gaslekkage de inwerkingstelling van het alarm zouden kunnen
•
verhinderen (bijvoorbeeld achter gordijnen of in kasten)
Direct boven fornuis c.q. verbrandingsplaats of boven een wastafel
•
Naast een deur, ramen, ventilatieruimte, ventilator, airconditioninginstallatie, enz.
•
In gebieden, waar stof of vuil de sensor buiten werking kan stellen
•
In explosiegevaarlijke ruimten
•
INBEDRIJFSTELLING
Het GAS ALARM GX-B3 wordt gewoon in een stopcontact 230V/50Hz gestoken. Het LED-
display (Function) is in het
geel
verlicht. De sensor van het monitoringsysteem heeft daarbij
een opwarmingstijd van 3-5 minuten nodig voordat het in staat is om goed te functioneren.
Vervolgens is de LED (Function) in het
groen
verlicht en is het GAS ALARM GX-B3 geb-
ruiksklaar.
OPGELET:
omwille van uiteenlopende transportomstandigheden (lange opslag / vochtig-
heid) kan er onmiddellijk na de opwarmingstijd een alarm geactiveerd worden (LED knippert
in het
rood
). Verbreek het apparaat even van het stroomnet en start de opwarmingstijd opni-
euw. Deze procedure moet eventueel maximaal drie keer herhaald worden.