•
Indien buizen lang niet zijn gebruikt, er reparaties
hebben plaatsgevonden of er nieuwe apparaten zijn
geplaatst (watermeters, enz.), moet je, voordat de
nieuwe buizen worden aangesloten, het water laten
stromen totdat het schoon en helder is.
•
De waterdruk (zowel de minimale als de maximale) moet
liggen tussen 0,5 bar (0,05 MPa) en 10 bar (1,0 MPa).
•
Zorg ervoor dat er geen zichtbare waterlekken zijn
tijdens en na het eerste gebruik van het apparaat.
1.5
Gebruik
•
De specificatie van het apparaat mag niet worden
veranderd.
•
Volg de veiligheidsinstructies op de verpakking van het
wasmiddel op.
•
Respecteer het maximale laadvermogen van 8 kg
(raadpleeg hoofdstuk “Programmaschema”).
•
Plaats geen ontvlambare producten of artikelen die
vochtig zijn met ontvlambare producten in, bij of op het
apparaat.
•
Zorg dat u alle metalen onderdelen uit het wasgoed
verwijdert.
•
Raak het glas van de deur niet aan als een programma
in werking is. Het glas kan heet worden.
1.6
Onderhoud en reiniging
•
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het
stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht.
•
Gebruik geen waterstralen en stoom om het apparaat te
reinigen.
•
Maak het apparaat schoon met een vochtige zachte
doek. Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen.
Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
6