10
Veiligheidsvoorschriften
De overeenkomstige veiligheidsinstructies vindt u in
de bijgaande brochure.
Handleiding voor haakse slijper
Afb. 1
1 Spilvergrendeling
2 Beschermkap
3 Spanflens
4 Slijpschijf
5 Flensmoer
Plaatsing van de flensen bij gebruik van
slijpschijfen en snijschijven (afb. 2-4)
앬
Plaatsing van de flensen bij gebruik van een
gebogen of rechte slijpschijf (afb. 2)
a
Spanflens
b
Flensmoer
앬
Plaatsing van de flensen bij gebruik van een
gebogen snijschijf (afb. 3)
a
Spanflens
b
Flensmoer
앬
Plaatsing van de flensen bij gebruik van een
rechte snijschijf (afb. 4)
a
Spanflens
b
Flensmoer
GEBRUIK
De haakse slijper dient voor het door- en voorslijpen
van metaal en steen mits gebruikmaking van de
overeenkomstige door- of voorslijpschijf.
SPANNING
Controleer vóór ingebruikneming of de spanning
aangeduid op het kenplaatje overeenkomt met de
netspanning. De netspanning mag in geen geval
meer dan 10 % van de aangeduid nominale
spanning afwijken.
SCHAKELAAR
De haakse slijper is voorzien van een
veiligheidsschakelaar ter voorkoming van
ongevallen. Om de schakelaar in te schakelen de
toets naar voren schuiven en voor het vastzetten
indrukken. Het uitschakelen van de haakse slijper
gebeurt door de toets opnieuw in te drukken. De
toets springt dan terug in de uitgangspositie.
VERWISSELEN VAN SLIJPSCHIJVEN (afb. 5)
Netstekker uit het stopcontact trekken.
Eenvoudige verwisseling van schijf door
spilvergrendeling.
De spilvergrendeling indrukken en de slijpschijf
vergrendelen.
De flensmoer met behulp van de voorgatsleutel open
draaien.
Verwissel van slijp- of snijschijf en draai dan de
flensmoer met de voorgatsleutel weer vast.
Let op!
De spilvergrendeling slechts bij stilstaande
motor en slijpspil drukken!
De spilvergrendeling moet U bij het verwisselen
van schijf blijven drukken.
Bij slijp- of snijschijven tot ongeveer 3 mm dikte de
flensmoer met de vlakke kant naar de slijp- of
snijschijf vastschroeven.
PROEFDRAAIEN VAN NIEUWE SLIJPSCHIJVEN
De haakse slijper met gemonteerde slijp- of snijschijf
minstens 1 minuut vrij laten lopen. Vibrerende
schijven onmiddellijk vervangen.
MOTOR
De motor moet tijdens de bewerking goed verlucht
worden. Daarom moeten de verluchtingsopeningen
altijd schoon gehouden worden.
SLIJPSCHIJVEN
De slijp- of snijschijf mag nooit groter zijn dan de
voorgeschreven diameter.
Controleer vóór het gebruik van de slijp- of snijschijf
haar aangeduid toerental. Het toerental van de slijp-
of snijschijf mag nooit hoger zijn dan het
nullasttoerental van de haakse slijper.
Gebruik enkel slijp- of snijschijven die toegelaten zijn
voor een minimum toerental van 11.000 min
-1
en voor
een omtreksnelheid van 80 m/sec.
WERKWIJZE
Schrobslijpen
Het best resultaat bij het schrobslijpen word bereikt
als U de slijpschijf in een hoek van 30° tot 40° ten
opzichte van het slijpvlak aanzet en gelijkmatig over
het werkstuk heen en weer beweegt.
Snijslijpen
Bij het snijden de haakse slijper niet in het snijvlak
kantelen. De snijschijf moet een intacte snijrand
NL
Anleitung LE-WS 115_SPK1 16.05.2006 9:53 Uhr Seite 10