NL
- 85 -
6. Bediening
6.1 AAN/UIT-schakelaar (afbeelding 5)
•
De schaaf is ter preventie van ongevallen uit-
gerust met een veiligheidsschakelaar.
•
Om in te schakelen op de zijdelingse gren-
delknop (3) drukken en de schakeltoets (4)
indrukken.
•
Om de schaaf uit te schakelen de schakelto-
ets (4) loslaten. De schakeltoets (4) springt
terug in de uitgangspositie.
6.2 Werkinstructies
Waarschuwing! De schaaf mag alleen ingescha-
keld naar het werkstuk toe worden geleid.
6.2.1 Schaven van vlakken
Stel de gewenste verspaandiepte in. Zet de
schaaf met de voorste grondplaat op het te
bewerken stuk hout en schakel de schaaf in.
Schuif de schaaf met beide handen over het vlak,
waarbij de voorste en de achterste grondplaat er
helemaal op moeten rusten. Stel voor de eindbe-
werking van vlakken slechts een geringe verspa-
andiepte in en bewerk het vlak meermaals.
6.2.2 Afschuinen van randen (afbeelding 6-7)
•
Aan de voorste grondplaat is een V-groef (a)
ingewerkt, waarmee u randen glad kunt scha-
ven in een hoek van 45°.
•
Schakel het apparaat in en laat het zijn volle
snelheid bereiken. Zet de V-groef (a) van de
schaaf aan in een hoek van 45° aan de rand
van een werkstuk.
•
Leid de schaaf nu langs de rand van het
werkstuk.
•
Om een kwalitatief goed resultaat te bereiken
moet u aanzetsnelheid en de positie van de
hoek constant houden.
6.2.3 Schaven van treden (afbeelding 4/8)
•
Met behulp van de parallelle aanslag (11)
kunt u treden schaven.
•
Monteer de parallelle aanslag (11) aan de
linkerkant van het apparaat (zie punt 5.3).
•
Monteer de diepteaanslag door de meetstaaf
voor de diepte van de trede (10) met behulp
van de vastzetschroef (9) vooraan rechts te
bevestigen aan de behuizing van de schaaf
(zie afbeelding 8).
•
Draai de vastzetschroef (9) los en positioneer
de meetstaaf voor de diepte van de trede (10)
zo, dat de gewenste diepte wordt aangege-
ven. Draai de vastzetschroef (9) weer vast.
Breedte van de trede:
De breedte van de trede kan worden ingesteld
met de parallelle aanslag (11).
Diepte van de trede:
Wij bevelen aan om een verspaandiepte van 2
mm in te stellen en zo vaak over het werkstuk te
schaven, tot de benodigde diepte van de trede is
bereikt.
7. Reiniging, onderhoud en
bestelling van onderdelen
Gevaar!
Trek vóór alle reinigingswerkzaamheden de accu
eruit.
7.1 Reiniging
•
Hou de veiligheidsinrichtingen, de ventila-
tiespleten en het motorhuis zo veel mogelijk
vrij van stof en vuil. Wrijf het toestel met een
schone doek af of blaas het met perslucht bij
lage druk schoon.
•
Het is aan te bevelen het toestel direct na elk
gebruik te reinigen.
•
Reinig het toestel regelmatig met een vochti-
ge doek en wat zachte zeep. Gebruik geen
reinigings- of oplosmiddelen; die zouden de
kunststofcomponenten van het toestel kun-
nen aantasten. Let er goed op dat geen water
in het toestel terechtkomt. Door binnendrin-
gen van water in een elektrische apparatuur
verhoogt het risico van een elektrische schok.
7.2 Koolborstels
Bij bovenmatige vonkvorming laat u de koolbors-
tels door een bekwame elektricien nazien.
Gevaar!
De koolborstels mogen enkel door een
bekwame elektricien worden vervangen.
7.3 Wissel van de schaafmessen (afbeelding
9)
Gevaar!
Vóór alle werkzaamheden aan de ma-
chine de accu eruit trekken!
De schaaf is uitgerust met twee hardmetalen
wendmessen. Wendmessen bezitten twee snij-
kanten en kunnen worden gedraaid. Door de ge-
leidegroef van de wendmessen wordt bij een wis-
sel een gelijke hoogte-instelling gegarandeerd.
Versleten, botte of beschadigde messen moeten
worden vervangen.
Anl_TE_PL_18_82_Li_SPK13.indb 85
Anl_TE_PL_18_82_Li_SPK13.indb 85
30.06.2022 08:54:32
30.06.2022 08:54:32