
NL- 8 -
Waarschuwingen voor temperatuurinstellingen
• De temperatuur van de omgeving, de temperatuur van de net opgeslagen etenswaren
en hoe vaak de deur geopend wordt, beïnvloeden de temperatuur in de koelkast. Indien
gewenst, kunt u de temperatuurinstelling wijzigen.
• Het wordt afgeraden uw koelkast te gebruiken in omgevingen die kouder zijn dan 10°C
in termen van efficiëntie.
• De thermostaatinstelling moet worden uitgevoerd door te overwegen hoe vaak de verse
etenswaren en vriesvak deuren worden geopend en gesloten, hoe veel etenswaren
opgeslagen zijn in de koelkast, en de omgeving waar de koelkast zich bevindt.
• Uw koelkast moet tot 24 uur ononderbroken werken naargelang de omgevingstemperatuur
nadat de stekker werd ingevoerd om volledig af te koelen. Open de deuren van uw
koelkast niet regelmatig en plaats geen etenswaren in de koelkast tijdens die periode.
• Er wordt een vertragingsfunctie van 5 minuten toegepast om schade aan de compressor
van de koelkast te vermijden wanneer u de stekker verwijdert en opnieuw invoert om ze
in te schakelen of tijdens een stroompanne. Uw koelkast begint na 5 minuten normaal
te werken.
• Uw koelkast is ontworpen voor een werking in de omgevingstemperatuur intervallen
vermeld in de normen, in overeenstemming met de klimaatklasse vermeld op het
informatie label. Het wordt afgeraden uw koelkast te plaatsen in locaties die buiten de
vermelde temperatuurintervals vallen in termen van koeling efficiëntie.
• Dit apparaat is ontworpen
voor gebruik bij een
omgevingstemperatuur binnen
een bereik van 16°C – 38°C.
Klimaatklasse
Omgevingstemperatuur °C
T
Tussen 16 en 43 (°C)
ST
Tussen 16 en 38 (°C)
N
Tussen 16 en 32 (°C)
SN
Tussen 10 en 32 (°C)