63
5. Schakel het apparaat in met de aan / uit schakelaar die u in positie
I
plaatst.
6. Kies met de frequentieknop de gewenste frequentie (1 – 6).
7. Beweeg het apparaat gelijkmatig en met lichte druk. Oefen niet teveel druk uit zodat het
accessoire niet kantelt en er geen schade aan het apparaat ontstaat.
Zorg ervoor dat het apparaat niet te lang op een punt in werking is. Dit kan een sterke
hittevorming en daardoor schade aan het apparaat en het werkstuk veroorzaken.
Schakel het apparaat regelmatig uit (zie stap 8) en verwijder spaanders etc. van het werkvlak.
Laat het werkstuk vooraf afkoelen, zodat brandwonden worden vermeden.
8. Om het apparaat uit te schakelen, schuift u de aan / uit schakelaar opnieuw in de positie
0
.
Wacht tot het apparaat tot stilstand is gekomen, alvorens het van het werkstuk te verwijderen
of het weg te leggen. Zo kan worden vermeden dat het apparaat terugslaat, dat er een letsel
of materiële schade ontstaat door draaiende onderdelen van het apparaat.
Bijbestelling van onderdelen
Originele onderdelen en vervangstukken kunt u bijbestellen op:
www.service-shopping.de
Onderhoud, reiniging en bewaring
OPGELET!
❐
Trek steeds eerst de stekker uit het stopcontact alvorens het apparaat te reinigen en / of
weg te bergen.
❐
Dompel het apparaat, het snoer en de stekker nooit onder in water of andere vloeistoffen.
Zorg ervoor dat er geen vloeistof in de motor kan dringen.
❐
Verbrandingsgevaar! Kort na het gebruik kan het gebruikte accessoire zeer heet zijn. Laat het
afkoelen, alvorens het te reinigen.
❐
Het zaagblad en het schaafelement zijn scherp! Wees voorzichtig als u deze reinigt.
❐
Gebruik voor de reiniging geen bijtende of schurende reinigingsmiddelen of reinigingspads.
• Veeg het zaagblad en het schaafelement indien nodig met een vochtige, zachte doek af.
Droog het grondig af met een zachte doek.
• Verwijder eventueel vuil en pluisjes van de klittenbandsluiting van het slijpaccessoire, bijv.
met een kam. De metalen plaat van het slijpaccesoire kan worden afgeveegd met een ietwat
vochtige, zachte doek. Droog hem grondig af met een zachte doek.
• Houd verluchtingsspleten van het apparaat vrij van stof, spaanders en ander vuil, zodat een
oververhitting van het apparaat wordt vermeden. Gebruik voor de reiniging een stofzuiger,
een borstel of een penseel.
• Zorg ervoor dat de behuizing steeds schoon is. Veeg het apparaat indien nodig af met een
vochtige, zachte doek. Droog het grondig af met een zachte doek.
• Het is niet nodig de beweeglijke delen van de zaag te smeren.