5. Onderhoud
Als de meter op de juiste wijze is geinstalleerd en in
gebruik genomen, heeft de Fluxi 2000/TZ geen spe-
ciale aandacht nodig en garandeerd een jarenlange
goede werking.
5.1. Smering
Meters voorzien van een oliepomp moeten perio-
diek gesmeerd worden.
Olie wordt met de meter meegeleverd. Er moet spe-
ciale olie gebruikt worden bv:
–
Aeroshell fluid 12 MIL6085A
–
Isoflex PDP38 (Klüber)
–
Anderol 401D (Mobil Oil)
–
Univis P38 (Shell)
Hoeveelheid olie per type:
a) Per meter type dient de in de tabel aangegeven
olie hoeveelheid gevuld te worden.
DN
Olie vol.(cm
3
)
Slagvolume.
50/80
4
20
100
5
25
150/200
6
30
≥250
7
35
b) Bij service
DN
Olie vol.(cm
3
)
Slagvolume.
50/80
0,5
2-3
100
0,8
4
150/200
1,0
5
≥250
1,2
6
c) Aanbevolen smerings periode
Toepassing
smeerperiode
Droog gas , geen vuil
6 maanden
Gas met weinig condensaat en
weinig stof
Maandelijks
Gas met een hoog percentage
condensaat en stof.
BIOGAS toepassingen
Wekelijks
5.2. Extern vochtfilter
De meter kan uitgevoerd worden met een (op-
schroefbaar)extern vochtfilter voor installatie in de
buitenlucht. Is dat het geval, schroef de oude los en
schroef de nieuwe op het telwerk.
5.3. Inspectie en reparatie
Een goede installatie en het goed functioneren van
de gasmeter kan gecontroleerd worden door mid-
del van een visuele controle van de meterkop (of de
gasmeter draait). Het is mogelijk om de Fluxi2000/TZ
te controleren op goede werking door een zg „spin-
test“ uit te voeren. Deze test geeft informatie over
eventuele wrijving van de lagers.
De test gaat als volgt:
–
Turbinewiel laten draaien op 30 tot 50% van Qmax
en meet de tijd tot het turbinewiel stopt.
–
Meet de spin tijd (ST) tot het turbinewiel tot stil-
stand komt.
• Vergelijk deze tijd met de aangegeven tijd in An-
nex 6.
• De volgende regels gelden in geval van reparatie:
•
In geval van gebruik met agressieve of gevaarlijke
gassen, kan het nodig zijn om een veiligheidsver-
klaring mee te sturen waarin het type gas gespeci-
ficeerd staat wat met de meter gemeten is.
•
Een kleine hoeveelheid gas kan nog in de meter
en/of pijpstukken zijn achtergebleven, waardoor
voldoende ventilatie noodzakelijk is.
•
Reparaties moeten uitgevoerd worden door des-
kundig personeel. Naderhand dient een dichtheid
test uitgevoerd te worden 1,1 x PS (Pmax).
•
Bij vervanging van druklagers, altijd controleren of
de juiste reservedelen conform de PED gebruikt
worden.
•
Om er voor zorg te dragen dat de goede onder-
delen gebruikt worden dient bij het opgeven van
de meter aan Itron het serienummer te worden
vermeldt of men kan gebruik maken van de Itron
CD-rom “Spare parts catalogue”.
•
In geval van een nat gas,kan zowel intern als extern
corrosie ontstaan. Vervang de meter.
•
Gebruik vet en alcohol vrije reinigingsproducten.
34