Dräger FPS-COM 5000, Инструкция по эксплуатации

Страница: 85 / 158

Dräger FPS-COM 5000 85
Gebruik
2.3 Beoogd gebruik
De communicatie-eenheid wordt gebruikt in combinatie met de
volgelaatsmaskers van de Dräger FPS 7000 serie. Het toestel is
ontworpen voor directe communicatie met personen in de directe
omgeving en kan als headset voor portofoons worden gebruikt.
2.4 Toelatingen
Zie voor informatie over toelatingen de bijsluiters:

9031285 (Europa: persoonlijke veiligheidsuitrusting)

9031286 (explosieveiligheid en EMC)

9031289 (NIOSH-NFPA)

9031290 (NIOSH-MSHA)

9031291 (bluetooth-adapter)
3 Gebruik
3.1 Algemene aanwijzingen voor het gebruik
3.1.1 Indicatie van de bedrijfstoestanden
De communicatie-eenheid kan met LED en signaaltonen informatie
geven over bepaalde situaties. De signalering van deze toestanden
staat op de eerste uitvouwpagina beschreven.
3.1.2 Aansluiting van toebehoren
De communicatie-eenheid mag op plaatsen waar explosiegevaar kan
heersen alleen met intrinsiek veilige toebehoren worden gebruikt. Als
toebehoren wordt gebruikt, dat niet door Dräger is goedgekeurd,
dienen de parameters te worden aangehouden die in de bijsluiter
9031286 staan gespecificeerd.
3.1.3 Communicatie-eenheid inschakelen

De AAN/UIT-schakelaar ca. 1 seconde indrukken.
Een optisch en akoestisch signaal geeft aan dat de communicatie-
eenheid gebruiksgereed is.
3.1.4 Communicatie-eenheid uitschakelen

De AAN/UIT-schakelaar minstens 3 seconden indrukken.
Een optisch en akoestisch signaal geeft aan dat de communicatie-
eenheid uitgeschakeld wordt.
3.1.5 HazMat-modus inschakelen
1. Communicatie-eenheid inschakelen.
2. De AAN/UIT-schakelaar ingedrukt houden. Het uitschakelsignaal
negeren. De AAN/UIT-schakelaar nog steeds ingedrukt houden.
Er wordt een optisch en een akoestisch signaal gegeven, zodra de
communicatie-eenheid in de HazMat-modus staat.
De spraakversterking is uitgeschakeld, communicatie via de portofoon
blijft mogelijk.
AANWIJZING
Sommige portofoons bieden profielen voor communicatie-
eenheden. Het betreffende profiel moet in dat geval op de
portofoon worden ingesteld. Informatie hierover is verkrijgbaar
bij de fabrikant van de portofoons.
i i
AANWIJZING
De spraakkwaliteit van de communicatie-eenheid kan door
de aangesloten portofoon en de instellingen van deze worden
beïnvloed.
i i