DeWalt XR FLEXVOLT LI-ION DCC1054, Оригинальное руководство пользователя

Страница: 93 / 172

91
nEDERLanDs
Gids oplossen van problemen
Dit hoofdstuk geeft een lijst van mogelijk optredende storingen, de oorzaken ervan en oplossingen. Sommige oplossingen kunnen
worden toegepast door de operator of door onderhoudspersoneel, voor andere handelingen zal misschien de hulp van een
gekwalificeerde
D
e
WALT ‑monteur of uw leverancier nodig zijn.
code Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing
1
Drukschakelaar schakelt de motor
niet uit wanneer de compressor de
uitschakeldruk bereikt Zet de Auto Aan/Uit‑schakelaar op "Off" en neem de accu uit, als het apparaat niet wordt
uitgeschakeld, neem contact op met een D
e
WALT‑servicebedrijf.
2 Druk van schakelaar voor uitschakelen te hoog Neem contact op met een D
e
WALT‑servicebedrijf.
3
De aansluitingen van de slangen zitten niet
vast genoeg Zet aansluitingen beter vast waar u lucht kunt horen ontsnappen. Controleer aansluitingen met een
water‑zeepoplossing.
Zet de aansluitingen niet te vast.
4
Kapotte luchttank Luchttank moet worden vervangen. Repareer de lekkage niet. Neem contact op met een D
e
WALT‑
servicebedrijf.
WAARSCHUWING: Explosiegevaar. Boor niet in de luchttank, las de luchttank niet en breng
geen wijzigingen in de luchttank aan omdat u daarmee de tank verzwakt. De luchttank kan
barsten of exploderen.
5
Lekkende afdichtingen Neem contact op met een D
e
WALT‑servicebedrijf.
6
Veiligheidsventiel kapot Bedien het veiligheidsventiel met de hand door aan de ring te trekken. Als het ventiel dan nog lekt,
moet het worden vervangen. Neem contact op met een
D
e
WALT‑servicebedrijf.
7
Regelaar is niet goed afgesteld voor het
accessoire dat wordt gebruikt Het is normaal dat de druk wat terugloopt wanneer een accessoire wordt gebruikt, pas de stand
van de Één‑slagregelaar aan, volgens de instructies in
Één‑slagregelaar onder Beschrijving van
Bedieningshandelingen , als de druk te veel daalt.
OPMERKING:
Pas de afgeregelde druk aan onder doorstroomcondities, terwijl het accessoire in
gebruik is.
8 Langdurig te veel gebruik van lucht Laat de hoeveelheid lucht die u gebruikt afnemen.
9
Compressor levert niet voldoende lucht voor
het accessoire Controleer hoeveel lucht het accessoire vraagt. Als dat meer is dan de Luchtopbrengst (l/min)
of meer dan de druk die de compressor levert, is voor gebruik van het accessoire een krachtiger
compressor nodig.
11 Controleventiel zit verstopt Neem contact op met een D
e
WALT‑servicebedrijf.
12 Lekkage van lucht Zet aansluitingen vast.
13 Regelaar is beschadigd Neem contact op met een D
e
WALT‑servicebedrijf.
14
De schakelaar voor overbelastingsbeveiliging
van de motor is in werking getreden Raadpleeg Overbelastingsbeveiliging van de Motor onder Beschrijving van
Bedieningshandelingen . Als de schakelaar van de overbelastingsbeveiliging van de motor vaak in
werking treedt, neem dan contact op met een D
e
WALT‑servicebedrijf.
15
De druk in de tank is hoger dan de
inschakeldruk van de drukschakelaar De motor start vanzelf wanneer de tankdruk daalt onder het niveau van de inschakeldruk van
de drukschakelaar.
16 Losse elektrische aansluitingen Neem contact op met een D
e
WALT‑servicebedrijf.
17 De motor kan kapot zijn Neem contact op met een D
e
WALT‑servicebedrijf.
18
Er is verf op interne motoronderdelen gespoten Neem contact op met een D
e
WALT‑servicebedrijf. Werk niet met de compressor in de ruimte waar u
verf spuit. Raadpleeg de waarschuwing voor brandbare dampen.
19
Pomp werkt niet omdat de druk in de tank
hoger is dan de inschakeldruk. Ontlucht de tank tot de druk is gedaald tot onder de inschakeldruk wanneer de pomp
wordt ingeschakeld.
20
Pomp werkt niet als gevolg van
een veiligheidsfout. Schakel de Auto Aan/Uit‑schakelaar over van "Off" naar "Auto On."