57
nEDERLanDs
Stofafzuiging (Afb. J1, J2)
De fijnafstelling wordt gebruikt voor het elimineren van
mogelijke toleranties in het formaat van de lamellensleuven.
Systeem voor stofafzuiging
1. Plaats de geschikte adapter
13
of
14
in de
stofafzuigingspoort
5
.
2. Sluit de slang van de stofafzuiging aan op de adapter.
Stofzak
1. Plaats de rechte adapter
13
in de stofafzuigingspoort
5
.
2. Bevestig de stofzak
15
op de adapter.
3. Sluit, wanneer dat maar mogelijk is, een toestel voor
stofafzuiging aan dat is ontworpen in overeenstemming
met de relevante voorschriften voor stofemissie.
Het zaagblad vervangen (Afb. G, H, I)
WAARSCHUWING:
• Het is belangrijk dat de tanden van de frees in de linker
richting wijzen (Afb. H).
• Controleer na het vervangen van het zaagblad altijd
de freesdiepte en pas deze aan als dat nodig is.
• Gebruik geen zaagbladen met een grotere of kleinere
diameter dan wordt aanbevolen. Raadpleeg de
technische gegevens
voor de juiste maten van
het zaagblad.
• Gebruik alleen zaagbladen die worden opgegeven in
deze handleiding, en die voldoen aan EN847-1.
1. Verwijder de vier inbusschroeven
12
uit de grondplaat en
neem de afdekking eraf.
2. Druk de spindelvergrendeling
10
in en verwijder de flens
door deze naar links te draaien.
3. Vervang het zaagblad.
4. Zet de flens stevig vast door deze naar rechts te draaien
terwijl u de spindelvergrendeling ingedrukt houdt.
5. Plaats de dekplaat en en zet de inbusschroeven vast.
Anti-slippennen (Afb. F)
De anti-slippennen
7
helpen voorkomen dat de lamellenfrees
naar rechts glijdt tijdens het zagen, wat meestal gebeurt.
Wanneer u op zichtbare gedeelten van het werkstuk
werkt, zult u ze misschien liever intrekken zodat krassen
worden voorkomen.
1. U kunt de pennen intrekken door ze wat naar rechts te
draaien met een vlakke schroevendraaier.
2. U kunt de pennen weer gebruiken als u ze wat naar
links draait.
Afstelling invalzaagdiepte (Afb. D)
De invalzaagdiepte moet worden ingesteld op de grootte van
de lamellen. De getallen 0, 10 en 20 op de diepteafstellingsknop
komen overeen met de grootte van de lamellen. De M geeft de
maximale zaagdiepte van ongeveer 20 mm weer.
• Draai de diepteafstellingsknop
8
in de gewenste stand,
waarbij u het juiste nummer uitlijnt met de rode markering
op het gereedschap.
Fijnafstelling invalzaagdiepte (Afb. E)
De fijnafstelling wordt gebruikt voor het elimineren van
mogelijke toleranties in het formaat van de lamellensleuven.
1. Breng de langsgeleiding
6
in de hoogste stand, zoals
hierboven wordt beschreven.
2. Plaats de inbusschroevendraaier, zoals wordt getoond,
en pas de invalzaagdiepte naar wens aan door de schroef
te draaien (draai naar rechts als u de invalzaagdiepte
wilt verminderen).
3. Controleer de instelling door een proefzaagsnede te maken
in een stuk afvalhout.
Verstelbare langsgeleiding (Afb. C1, C2 )
Met de verstelbare langsgeleiding
6
kunt u nauwkeurig het
punt instellen waar de sleuven voor de verbinding worden
gezaagd. Zo stelt u de hoogte van de langsgeleiding in:
1. Draai de vergrendelknop los
9
.
2. Stel de hoogteafstelling
4
in de gewenste stand.
Wanneer de langsgeleiding is ingesteld op 90 °, geeft
de schaalverdeling onder de vergrendelknop de afstand
weer van het midden van de frees tot het oppervlak van
de langsgeleiding.
3. Maak de vergrendelknop vast.
Zo stelt u de hoek van de langsgeleiding in
1. Draai de sterknop
11
los.
2. Kantel de langsgeleiding in de gewenste hoek.
3. Maak de sterknop vast.
Met een geschikte adapter kunt u een stofzuiger of een systeem
voor stofafzuiging aansluiten.
Markeringen grondplaat lamellenfrees
Wanneer u werkt zonder de langsgeleiding, bijvoorbeeld
voor het maken van T-verbindingen, kunt u de markeringen
op de grondplaat gebruiken voor de juiste uitlijning van
het gereedschap.
1. Stel de langsgeleiding in op de stand voor 0 ° zoals
hierboven wordt beschreven.
2. Gebruik voor werkstukken met een dikte van 19 mm de rand
van de grondplaat als referentie voor het centreren.
3. Gebruik voor andere werkstukken de rode
centreerlijnmarkeringen voor het uitlijnen van
het gereedschap.
4. Twee van de markeringen geven de lengte van de
zaagsnede aan. Het is belangrijk dat het werkstuk uitsteekt
buiten deze markeringen, omdat u anders door het
werkstuk zou kunnen breken.
OpMERkIng:
De maximale zaagdiepte van 20 mm kan alleen
bereikt worden met een nieuw zaagblad en door de schroef
voor de fijnafstelling terug te draaien (zie volgende paragraaf).
Содержание DW682
Страница 1: ...DW682 ...
Страница 3: ...1 Fig A 3 4 10 9 5 17 2 8 7 11 6 1 ...
Страница 4: ...2 Fig B Fig C1 Fig C2 Fig D Fig E Fig F Fig G Fig H 2 1 11 6 9 4 8 6 7 12 ...
Страница 5: ...3 0 10 20 15 25 cm 5 7 5 cm Fig I Fig J1 Fig J2 Fig K Fig M2 Fig M3 Fig L Fig M1 5 14 15 13 5 10 ...
Страница 6: ...4 5 7 5 cm 15 25 cm 15 25 cm Fig M4 Fig N Fig O1 Fig O2 Fig P1 Fig P2 Fig P3 Fig Q1 ...
Страница 7: ...5 Fig Q2 Fig R Fig S1 Fig S2 Fig T1 Fig T2 Fig S3 Fig S4 ...
Страница 8: ...6 Fig T3 Fig T4 Fig T5 Fig U 3 16 ...
Страница 106: ......
Страница 107: ......