Gebruiksaanwijzing
De lamineermachine is geschikt voor zowel koud als warm lamineren. De temperatuursettings bieden een
optimaal resultaat voor verschillende lamineerhoes diktes. In deze handleiding worden alle functies en het
correcte gebruik van de machine uitgelegd.
BEDIENING
1. Steek de stekker in het stopcontact en schakel de machine aan (5); het rode LED lampje (4) zal branden.
De lamineermachine is gebruiksklaar voor koud lamineren zodra het eerste lampje constant brand.
Ga verder naar stap 4 voor verdere instructies.
2. Voor WARM lamineren, stelt u de knop in op de corresponderende micron van de hoes. Binnen de
grenzen van de aangegeven micron op de machine kunt u lamineren. Begin in het midden van het kader
en indien niet het gewenste resultaat word behaald, kunt u de temperatuur binnen het kader wijzigen.
3. Het duurt circa 3-5 minuten voordat de lamineermachine gebruiksklaar. Kamertemperatuur heeft een
grote invloed op de opwarmtijd. Visuele signalen geven de operationele status aan: het lampje “ready”
zal branden zodra de lamineermachine de temperatuurregeling heeft voltooid. Een hogere micron setting
zorgt voor een langere opwarmtijd.
4. Schuif het te lamineren document zo in de lamineerhoes (max dikte 175 micron), dat aan de vier zijden
evenveel ruimte overblijft (Figuur 2). De aanbevolen marge tussen de inhoud en alle zijden van de hoes
is max. 3 mm (Figuur 3). Lamineer nooit een klein document in een te grote hoes; het ‘overtollige plastic’
zal gaan versmelten en kan zelfs smeulen, waardoor het apparaat vastloopt en gerepareerd moet
worden. (Reparaties als gevolg van onjuist gebruik vallen buiten de garantie).
5. Het te lamineren materiaal inclusief de hoes mag in totaal niet dikker zijn dan 0.6 mm.
6. Voer de lamineerhoes inclusief document, met de dichte zijde eerst, recht in de lamineermachine (1).
Begeleid de hoes even, totdat de machine deze er zelf doorheen trekt.
7. Het gelamineerde document komt automatisch uit de uitvoer (2) van de machine. De hoes kan pas
verwijderd worden uit de machine zodra deze volledig is uitgeworpen.
8. Indien de folie onjuist in de machine komt of als deze vast loopt, handel als volgt. Schakel het apparaat
uit en druk op de “Papier terughaal” knop. Terwijl u deze vast houd trekt u aan de invoer van de machine
de folie er weer uit.
LET OP
1. Als de lamineermachine meer dan 45 min heeft aangestaan zonder dat er gelamineerd wordt, dan kan
de machine van binnenuit oververhit raken. Om oververhitting en dus een slechte lamineerkwaliteit te
voorkomen, voert u, voordat u verder gaat met lamineren, een vel papier in de machine om de hitte te
verwijderen.
2. Zodra u een document heeft gelamineerd (bijv. een foto), verwijder deze dan meteen uit de machine
om omkrullen van de lamineerhoes door de hitte te voorkomen.
3. Als u witte vlekken op het gelamineerde document ziet dan betekent dit dat de temperatuur te laag is.
Draai het gelamineerde document met de voorkant naar achteren, en voer de lamineerhoes opnieuw in
om het geheel nog een keer te lamineren.
4. Gebruik altijd een lamineerhoes om uw foto’s aan beide zijden te lamineren, door aan 1 zijde te
lamineren kunnen losse stukken plastic tussen de rollen gaan zitten waardoor het apparaat defect raakt.
5. Voer nooit de open kant van de lamineerhoes als eerste in de machine; altijd de dichte kant eerst!
6. Het word aangeraden om de machine 30 minuten uit te schakelen nadat deze twee uur in werking is
geweest.
7. Lamineer nooit vuile of beschadigde hoezen.
8. Knip na lamineren en afkoelen overtollig hoesmateriaal rond het voorwerp weg.
9. Hittegevoelige documenten (bijv. tickets, echografieën) mogen niet gelamineerd worden.